Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
of omstreeksde periode van 9
, althans in Nederland
of meerander
en, althans alleen,
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
van een valse naam en/ofvan een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepenen/
ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
het aangaan van een voorlopig koopcontract voor de verkoop en levering van de woning van die [benadeelde] aan verdachte en/ofafgifte van enig goed, te weten een door die [benadeelde] ondertekende verkoopovereenkomst
, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,te weten de verkoop van een perceel grond met woning en verdere aanhorigheden, gelegen aan de [adres] te Goes,
en/of afnemeren
/ofte
,verdachtes, bankrekening stond en
/ofdat
/of-toen betaling van
/ofeen papier te laten zien
dbedrag van 5.300.000 dollar (als ware dat geld in
hetbezit van
/ofte vertellen dat het geld in Eindhoven
/ofdat hij, verdachte, alle kosten voorvloeiende uit zijn te late
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De vorderingen tot tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
een gevangenisstraf van 180 (honderdtachtig) dagen, waarvan 59 (negenenvijftig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
bijzondere voorwaarden:
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
5 (vijf) maanden gevangenisstraf;
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
2 (twee) weken gevangenisstraf;