In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 augustus 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [eiseres] en Green Talent B.V. [eiseres] verzocht om toewijzing van een transitievergoeding van € 1.089,78, na beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst, die op 4 mei 2015 was aangegaan, eindigde van rechtswege op 27 maart 2018, na een aanzegging door Green Talent op 14 februari 2018. Green Talent voerde verweer en stelde dat de aanzegging inhoudelijk was gewijzigd door het aanbieden van andere functies aan [eiseres]. De kantonrechter oordeelde dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij Green Talent lag, waardoor [eiseres] recht had op de transitievergoeding. De hoogte van de transitievergoeding werd vastgesteld op € 1.089,78, en de wettelijke rente werd toegewezen vanaf 28 april 2018. Daarnaast werd Green Talent veroordeeld tot het verstrekken van een schriftelijke specificatie van de transitievergoeding, met een dwangsom bij niet-naleving. De proceskosten werden aan Green Talent opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg in deze procedure.