In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarbij eisers, die een IOAW-uitkering ontvangen, zijn geïnformeerd over een mogelijke fictieve korting op hun uitkering. Het college had aangekondigd dat, indien eisers niet aan een verzoek zouden voldoen, er een korting op hun uitkering zou plaatsvinden. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen deze aankondiging, maar de rechtbank oordeelt dat deze aankondiging niet op zelfstandig rechtsgevolg is gericht en dat het bezwaar ten onrechte ontvankelijk is geacht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het de ontvankelijkheid van het bezwaar betreft en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelt dat het college het bezwaar van eisers ten aanzien van het verzoek ten onrechte heeft ontvangen, aangezien het hier gaat om een voornemen en niet om een definitief besluit. De rechtbank draagt het college op het griffierecht van € 46,- aan eisers te vergoeden en veroordeelt het college in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.002,-. Deze uitspraak is gedaan op 17 september 2018.