ECLI:NL:RBZWB:2018:521
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afkeuring van zorgverleners door VGZ Zorgkantoor en de rechtsgevolgen van bestuurlijke rechtsoordelen
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van VGZ Zorgkantoor B.V. van 6 april 2017, waarin twee zorgverleners zijn afgekeurd. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 29 januari 2018 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke kwestie. Eiseres, die een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangt, betwistte de afkeuring van de zorgverleners en voerde aan dat de beslissing op onjuiste gronden was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afkeuring van de zorgverleners door VGZ is gebaseerd op een onderzoek naar de verleende zorg, waarbij er onduidelijkheid bestond over de gewerkte uren en de overeenstemming met de zorgovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de brief van VGZ van 17 november 2016, waarin de afkeuring werd meegedeeld, gelijkgesteld moet worden met een besluit, omdat het een bestuurlijk rechtsoordeel betreft dat gevolgen heeft voor de zorgverlening en het pgb van eiseres. De rechtbank heeft geoordeeld dat VGZ op goede gronden de zorgverleners heeft afgekeurd, omdat de gewerkte uren niet te controleren waren en er sprake was van overlap in de zorgverlening. Eiseres heeft verzocht om schadevergoeding, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.