ECLI:NL:RBZWB:2018:5158
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om planschadevergoeding door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het besluit van 26 oktober 2017 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, waarin hun verzoek om planschadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 3 september 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 5 juli 2018 zijn eisers vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. drs. C.R. Jansen, en deskundigen van [naam makelaardij] Makelaardij B.V. Het college werd vertegenwoordigd door mr. N. Snel en mr. T. ten Have RT van Ten Have Advies v.o.f.
Eisers, die sinds 15 november 1989 eigenaar zijn van een onroerende zaak in [plaatsnaam], hebben een aanvraag voor planschadevergoeding ingediend naar aanleiding van een wijziging in het bestemmingsplan dat op 18 augustus 2015 is ingediend. Het college heeft advies gevraagd aan Ten Have Advies, die concludeerde dat de planschade niet groter was dan de wettelijk verplichte forfaitaire aftrek van 2% van de waarde van de onroerende zaak vóór de planologische wijziging. Het college heeft het verzoek van eisers afgewezen, wat leidde tot het bestreden besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op goede gronden het verzoek om planschadevergoeding heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de deskundigheid en onafhankelijkheid van Ten Have niet in twijfel zijn getrokken en dat het advies voldoende inzichtelijk was. De rechtbank concludeerde dat de voorzienbaarheid van de planologische wijziging niet was doorbroken en dat eisers niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming in schade. Het beroep van eisers werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.