Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
[naam en gegevens rechthebbende], onder gelijktijdige benoeming van [naam en gegevens voorgestelde bewindvoerder tevens mentor]
tenzij gegronde redenen zich tegen een zodanige benoeming verzetten. De wet spreekt in de leden 4 van beide voormelde artikelen voorts een wettelijke preferentie uit voor de benoeming van
andere personen, waaronder de kinderen van rechthebbende. De kantonrechter mag hiervan afwijken maar hij moet wel motiveren op grond waarvan wordt afgeweken van de wettelijke preferente bewindvoerder/mentor.
nietde zoon tot bewindvoerder respectievelijk mentor ten behoeve van rechthebbende te benoemen maar de door verzoekster voorgestelde (professionele) bewindvoerder tevens mentor. De kantonrechter dient bij zijn keuze te voorzien in een zo goed mogelijke toekomstige belangenbehartiging ten behoeve van rechthebbende. De kantonrechter baseert zijn oordeel in het bijzonder op de inhoud van de eerder genoemde uitvoerige brief van 18 mei 2018 afkomstig van [geriatrisch verpleegkundige] . Ter zitting van 19 juli 2018 heeft [geriatrisch verpleegkundige] -kort gezegd- volhardt bij de inhoud van haar brief en heeft zij deze nader toegelicht. Rechthebbende blijkt vooral in toenemende mate zorgafhankelijk. Deze toenemende zorg vraagt om een goede communicatie om een voortdurende passende zorg voor rechthebbende in de toekomst te garanderen.
niet geschiktom de totale belangenbehartiging ten behoeve van zijn moeder deugdelijk in te vullen. De kantonrechter zal de zoon hierna dan ook niet benoemen.
terstondaan de kantonrechter mede te delen (artikel 1:459, lid 3 BW).
3.De beslissing
[rechthebbende]voornoemd;
[beoogd bewindvoerder tevens mentor]voornoemd;