ECLI:NL:RBZWB:2018:5035
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing tot instelling van meerderjarigenbewind en benoeming van een professionele bewindvoerder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juli 2018 een beslissing genomen op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind. Het verzoek is ingediend door de rechthebbende zelf, die ook verzoekster is. De kantonrechter heeft de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende gevolgd en benoemt een onafhankelijke professionele bewindvoerder, ondanks de bezwaren van de zoon van de rechthebbende. De zoon wenst zelf het beheer over de financiële zaken van zijn moeder te blijven uitvoeren, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet in het belang van de rechthebbende is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende als gevolg van haar geestelijke toestand niet in staat is om haar vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Dit oordeel is gebaseerd op de inhoud van de stukken, waaronder een brief van GGZ Breburg, en de behandeling ter zitting. De kantonrechter heeft de beloning van de benoemde bewindvoerder vastgesteld op € 519,40 (excl. BTW) voor de aanvangswerkzaamheden en de jaarbeloning overeenkomstig de geldende regeling.
De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden, waarbij het beroepschrift via een advocaat bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch moet worden ingediend.