Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt de heffingsambtenaar op het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 te vergoeden.
2.Motivering
- Niet iedereen mag met betrekking tot een bepaalde woning een WOZ-beschikking krijgen. De Wet WOZ geeft regels wie daarvoor in aanmerking komen. Anderen komen niet in aanmerking. De wet bepaalt dus eigenlijk welke personen zijn aan te merken als belanghebbende bij een WOZ-waarde. Er is in dat opzicht sprake van een ‘gesloten stelsel’ van belanghebbenden.
- De rechtbank is tot de bevinding gekomen dat, gelet op deze regels in de Wet WOZ, belanghebbende niet in aanmerking komt voor een WOZ-beschikking voor de woning [woning] te [plaats woning] . Belanghebbende is geen eigenaar van de woning en ook geen gebruiker van de woning in 2016. Ook is niet gebleken dat belanghebbende in zijn individuele belang wordt geraakt door het gebruik van de WOZ-waarde op basis van een wettelijk voorschrift.
- Belanghebbende heeft echter wél een WOZ-beschikking gekregen.
- De rechtbank is van oordeel dat niet op deze fout mag worden voortgeborduurd. Dit zou in strijd komen met het ‘gesloten stelsel’ van belanghebbenden.
- De rechtbank is daarom van oordeel dat er geen procesbelang is. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;