ECLI:NL:RBZWB:2018:4608
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Gevangenhouding en voorlopige hechtenis in strafzaak met ernstige bezwaren
Op 24 juli 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven over de gevangenhouding van een verdachte in een strafzaak met parketnummer 02/700138-18. De rechtbank heeft de officier van justitie, de verdachte en diens raadsman gehoord. De verdachte is eerder op 13 juli 2018 onderworpen aan een bevel tot bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds van toepassing zijn, met name de ernstige bezwaren die tegen de verdachte bestaan. De rechtbank heeft overwogen dat de getuigenverklaringen met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd, gezien de omstandigheden waaronder deze zijn afgelegd. Er zijn geen camerabeelden die de verdachte op het tijdstip van het delict kunnen identificeren, maar de rechtbank concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn die de ernstige bezwaren ondersteunen.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de maatschappelijke onrust die kan ontstaan bij vrijlating van de verdachte, vooral gezien de ernst van de beschuldigingen en de eerdere veroordeling van een medeverdachte. De rechtbank heeft de vordering tot gevangenhouding voor een periode van 30 dagen toegewezen, waarbij de voorlopige hechtenis in een huis van bewaring zal worden ondergaan. Het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om getuige [naam 4] binnen de periode van de gevangenhouding te laten horen door de rechter-commissaris. Deze beschikking is gegeven door de rechters G.H. Nomes, M.L. Weerkamp en E.J. Zuijdweg, in tegenwoordigheid van griffier R. de Moor.