ECLI:NL:RBZWB:2018:3938
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen terugbetaling kinderbijslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar tegen een besluit over de terugbetaling van te veel ontvangen kinderbijslag. De eiser, woonachtig in Saudi-Arabië, stelde dat hij het primaire besluit niet had ontvangen en dat de Svb ten onrechte aannam dat hij dit wel had ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb het besluit op het juiste adres heeft verzonden, ondanks een verwarring in de plaatsnaam. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van het besluit niet gebrekkig was en dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het besluit niet heeft ontvangen. De rechtbank heeft de termijn voor het indienen van bezwaar, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), als niet verschoonbaar geacht. De eiser had zijn bezwaar te laat ingediend, waardoor de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De rechtbank benadrukte dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verschoonbare termijnoverschrijding rechtvaardigen.