ECLI:NL:RBZWB:2018:2931
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot instelling van meerderjarigenbewind en beoordeling van verkwisting
In deze beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 19 april 2018, wordt een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind behandeld. De rechthebbende, die eerder onder bewind stond, verzoekt opnieuw om bewindvoering omdat zij niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen. De kantonrechter, W.E.M. Verjans, overweegt dat er geen sprake is van problematische schulden of verkwisting, zoals gedefinieerd in de wet. De rechthebbende heeft geen schriftelijke medische verklaring over haar geestelijke of lichamelijke toestand overgelegd, wat de beoordeling bemoeilijkt. Tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat de rechthebbende wel betalingsachterstanden heeft, maar deze zijn nog niet van zodanige aard dat ze als problematisch kunnen worden aangemerkt. De kantonrechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de noodzaak van bewind, maar besluit desondanks het verzoek in te willigen, gezien de vrees dat de rechthebbende anders in een problematische financiële situatie terechtkomt. Het bewind wordt ingesteld voor onbepaalde tijd, met de nadruk op de noodzaak voor de rechthebbende om zelf aan te tonen dat zij in staat is haar financiële belangen te behartigen. De kantonrechter benoemt een bewindvoerder en stelt de beloning vast. De beschikking wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.