Op 9 mei 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, een onderneming gevestigd te Terneuzen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. Eiseres had op 21 februari 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een omgevingsvergunning voor de bouw van negen woningen aan een specifieke locatie. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en de zitting vond plaats op 26 april 2018 in Middelburg.
De rechtbank oordeelde dat er geen bebouwingsvlak was vastgesteld op de plankaart voor de betrokken bestemming, wat betekent dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning in strijd was met het bestemmingsplan. Eiseres betoogde dat de omgevingsvergunning van rechtswege was verleend, maar de rechtbank stelde vast dat dit niet het geval was, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van het bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een niet tijdig genomen besluit en dat de ingebrekestelling van eiseres niet rechtsgeldig was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat niet was voldaan aan de vereisten voor het instellen van beroep. De uitspraak werd gedaan door rechter J.J.M. van Lanen, in aanwezigheid van griffier P.H.M. Verdonschot, en werd openbaar uitgesproken op 9 mei 2018. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.