ECLI:NL:RBZWB:2018:2576
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling huurprijs op basis van gewijzigde omstandigheden na deskundigenonderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2018 een eindvonnis uitgesproken over de huurprijs van een bedrijfsruimte. De eisers, vertegenwoordigd door mr. A. van den Heuvel, hebben de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.H.L. van Dijkman en mr. S.G. Tichelaar, aangeklaagd om de huurprijs te herzien op basis van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een onvoorziene omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 6:258 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, omdat het branchebeschermingsbeding niet van toepassing was na de verkoop van het gehuurde aan de gedaagde. Dit leidde tot een deskundigenonderzoek om de marktconformiteit van de huurprijs vast te stellen.
De deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat de huurprijs van het gehuurde niet marktconform is, maar de eisers hebben betoogd dat de huurprijs verder verlaagd moet worden vanwege gebreken en concurrentie van andere winkels. De gedaagde heeft daarentegen betoogd dat de referentieperiode van vijf jaar niet relevant is en dat de huurprijs niet significant afwijkt van de huidige marktwaarde. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de oorspronkelijke huurprijs substantieel hoger is dan de redelijke huurprijs. De rechtbank heeft de huurovereenkomst gedeeltelijk ontbonden en de huurprijs vastgesteld op € 45.000,00 per jaar, met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2014. De gedaagde is veroordeeld tot terugbetaling van het teveel betaalde huurbedrag en in de proceskosten.