ECLI:NL:RBZWB:2018:2551
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. van Kralingen
- A. Hopmans
- J. van Roij
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een strafzaak betreffende milieuovertreding
Op 18 april 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een wrakingsverzoek van een verzoekster, die zich tegen de rechter in een strafzaak had gekeerd. De zaak betreft een milieuovertreding waarbij de verzoekster een geldboete van € 2500,00 was opgelegd door de officier van justitie voor bodemverontreiniging door lekkende flessen vloeibaar wasmiddel. De verzoekster had op 11 oktober 2017 verzet aangetekend tegen deze strafbeschikking. Tijdens de behandeling van het verzet op 21 maart 2018 heeft de verzoekster, vertegenwoordigd door haar bestuurder, de rechter gewraakt. De wrakingskamer heeft de procedure op 12 april 2018 behandeld, maar zowel de verzoekster als de officier van justitie zijn niet verschenen.
De verzoekster heeft aangevoerd dat de rechter onvoldoende naar haar bestuurder heeft geluisterd en dat hij niet de kans kreeg om zijn schriftelijk verweer voor te lezen. De rechter heeft de beschuldigingen van vooringenomenheid ontkend en verwezen naar het proces-verbaal van de zitting, waarin een regulier verloop van de behandeling wordt beschreven. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter en dat de verzoekster niet voldoende gronden heeft aangevoerd voor haar wrakingsverzoek.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de behandeling van de strafzaak zal worden voortgezet in de stand waarin het geding zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters van Kralingen, Hopmans en van Roij, met de Jong als griffier.