ECLI:NL:RBZWB:2018:2454
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen ongeldigverklaring rijbewijs vanwege alcoholmisbruik
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 8 september 2017, waarin zijn rijbewijs ongeldig werd verklaard vanwege alcoholmisbruik. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 12 april 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting in Breda was eiser aanwezig, terwijl het CBR werd vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft zich in haar overwegingen gericht op de vraag of het CBR terecht heeft geconcludeerd dat het alcoholmisbruik van eiser pas op 23 december 2016 is gestopt, in plaats van op een eerder moment zoals door eiser werd aangevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het CBR in beginsel mag afgaan op rapportages van deskundigen, tenzij er twijfel bestaat over de inhoud of de wijze van totstandkoming van die rapportages.
De rechtbank oordeelde dat het CBR op goede gronden heeft kunnen afgaan op het psychiatrisch rapport en dat de argumenten van eiser over gemaakte kosten en eerdere procedures niet relevant zijn voor deze beroepsprocedure. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier drs. A. Lemaire.