Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Voor zover er sprake zou zijn van de aan verdachte verweten geluidsoverlast, zoals het sluiten van de kliko, de motorzaag, de harde muziek, het lachen, het gas geven met zijn auto, dan is dit niet bedoeld om hinder te veroorzaken en daarmee opzettelijk inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van de buurtbewoners.
Verdachte is bezig met stelselmatig herrie maken om de buurt te pesten. [benadeelde partij 3] kan daardoor niet meer genieten van de rust in de tuin. [8]
Ook stookt verdachte in een vuurkorf waarin ook plastic wordt opgebrand. Dit veroorzaakt enorme rookwolken. [25]
Op 15 juni 2014 was verbalisant [verbalisant] te voet aanwezig op de Zuiddijk en zag dat een vrouw uit de woning van [adres 5] stapte. Vervolgens werd er vanaf de woning van verdachte vier keer geslagen met het deksel van de vuilnisemmer en werd twee keer met deuren geslagen. Een vrouwspersoon die een stuk verderop woont zei bekend te zijn met deze geluiden en dat zij met regelmaat hoort dat er op deze wijze overlast wordt veroorzaakt. Een paar maanden geleden had zij drie dagen lang een zaaggeluid gehoord bij verdachte. Ze zag dat er niemand thuis was en de zaag zonder persoon erbij geluid produceerde. [29]
De rechtbank stelt vast dat de spanningen tussen verdachte en de buurtbewoners hoog zijn opgelopen en dat dat over en weer leidt tot groot ongenoegen. Zij stelt tegelijkertijd vast dat het dossier in zijn geheel beschouwd onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de stelling dat het de buurtbewoners zijn die verdachte het leven zuur maken.
Uit de verklaringen van de buurtbewoners blijkt juist dat zij verdachte zoveel mogelijk mijden en uit de weg gaan om hem geen aanleiding tot intimiderende confrontaties te geven. Uit de aangiftes en verklaringen van getuigen is op te maken dat de buurtbewoners inmiddels gezamenlijk optrekken naar aanleiding van de al gedurende lange tijd bestaande overlast door verdachte. Dat is naar het oordeel van de rechtbank geen samenspanning tegen verdachte of het voeren van een hetze tegen hem, maar het is te beschouwen als het delen door lotgenoten van frustratie en ongenoegen door het verstoorde woongenot en de ervaren overlast.
of omstreeksde periode van
1 januari 2007, in elk geval 28 februari1 juni 2013
in
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3]
/of[benadeelde partij 4] en
/of[benadeelde partij 5] en
/of[benadeelde partij 6]
één of meer/offamilieleden van voornoemde perso
(o)n
(en
)en
/of één
) (direct)omwonenden van het adres van verdachte,
in elk geval
(o)n
(en
), in elk geval die
/ofvrees aan te
(telkens
)het
/ofoverlast veroorzaakt voor voornoemde
(o)n
(en
)door:
/ofluid claxonneren en
/ofmet planken/stukken
/ofhet laten klinken van harde muziek) en
/of
/eenauto, en
/of
/of
/of
/eenauto en
/of
/ofte schelden en
/ofte (schater)lachen
/ofhoongelach te laten horen in de richting van voornoemde perso
(o)n
(en
)
/of
(o)n
(en
)te maken (onder
en/of
of omstreeks2 augustus 2015, te Noordgouwe, in de gemeente
)te slaan
(met een stuk hout
)op
/tegenzijn
(boven
)lichaam.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
Subsidiair bepleit de raadsman het opleggen van een geheel voorwaardelijke straf.
Uit de rapporten komt naar voren dat verdachte zichzelf vooral slachtoffer voelt. De contacten met het NIFP leidden bij verdachte tot boosheid en uiteindelijk tot het verbreken van het contact.
Vanwege de verstoorde relatie van verdachte met hulpverleners, zoals uit de rapporten van de reclassering en de aan het NIFP verbonden psycholoog naar voren komt, ziet de rechtbank geen mogelijkheid om aan verdachte een werkstraf of reclasseringstoezicht op te leggen. De rechtbank heeft er geen vertrouwen in dat verdachte in staat is om een werkbare relatie met de reclassering vorm te geven en naar behoren een werkstraf te verrichten.
Nu er rekening mee moet worden gehouden dat verdachte mogelijk opnieuw soortgelijke feiten zal begaan, zal de rechtbank aan de voorwaardelijke straf een proeftijd van drie jaren verbinden.
7.De benadeelde partijen
De rechtbank acht beide gevorderde bedragen onvoldoende aannemelijk gemaakt, nu de vorderingen in het geheel niet zijn onderbouwd. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden;
gedeelte van deze gevangenisstraf groot 3 (drie) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd van drie (3) jaren na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;