Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
- om uiterlijk vijf dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis schriftelijk aan [eiser] te bevestigen dat hij vanaf 1 november 2016 hersteld is in zijn functie van Senior Accountant I, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft;
- om uiterlijk 5 dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis schriftelijk aan de [naam] [gedaagde] te melden dat [eiser] vanaf 1 november 2016 hersteld is in zijn functie van Senior Accountant I alsook te melden dat hij per die datum opnieuw in het register van certificaathouders dient te worden ingeschreven, onder gelijktijdige overlegging van een afschrift van die schriftelijke melding aan [eiser] , op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft;
- om aan [eiser] vanaf 1 november 2016 ten minste een maandsalaris van € 6.517,57 bruto te betalen en tevens alle aan die betaling verbonden inhoudingen en afdrachten te doen plaatsvinden, onder overlegging aan [eiser] van deugdelijke bruto-nettospecificaties van deze betalingen;
- om aan [eiser] de wettelijke verhoging van 50% als ook de wettelijke rente vanaf 1 november 2016 te betalen over elk bedrag aan salarisnabetaling dat [gedaagde] ter uitvoering van dit vonnis dient te voldoen;
3.De beoordeling
“Artikel 2 Relatie werkgever werknemer(…)8. ContractwijzigingenContractwijzigingen op grond van functie- en of arbeidsduurwijziging worden pas rechtsgeldig nadat de wijziging en de daarmee gepaard gaande aanpassing van de arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd zowel door werkgever als door werknemer akkoord bevonden.(…)Artikel 4 Beloning(…)3. Performance ManagementWerknemers worden beoordeeld volgens de Performance Managementsystematiek. Indien het functioneren van een werknemer met de kwalificatie ‘5’ wordt beoordeeld, zullen werkgever en betrokken werknemer zich naast de Performance Managementcyclus maximaal inspannen om te komen tot verbetering van het functioneren. Mocht er desondanks sprake zijn van een tweede opeenvolgende beoordeling op niveau’5’, dan zal betrokken werknemer niet in aanmerking komen voor de collectieve verhoging in dat jaar.(…)6. Plaatsing in een lagere functie1. Wegens onvoldoende functioneren of op eigen verzoeka. De werknemer die wegens onvoldoende functioneren of op eigen verzoek wordt overgeplaatst naar een lager ingedeelde functie, wordt in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld op de datum waarin de overplaatsing plaatsvindt.b. Bij indeling in de lagere salarisschaal, bedraagt de verlaging van het salaris het verschil tussen de aanvangssalarissen van de twee betrokken schalen. Indien en voor zover het salaris na deze correctie nog uitstijgt boven de 100% RSP van de nieuwe schaal dan wordt het salaris gelijkgesteld aan het niveau van 100% RSP.2. Als gevolg van bedrijfsomstandigheden (bijv. herstructurering, reorganisatie etc.)a. De werknemer die als gevolg van bedrijfsomstandigheden naar een lager ingedeelde functie wordt overgeplaatst, wordt in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld op de datum waarin overplaatsing plaatsvindt.b. Bij indeling in de lagere salarisschaal, wordt hem via inschaling een salaris toegekend dat gelijk is aan zijn oorspronkelijke salaris. Indien het oorspronkelijke salaris hoger is dan 100% RSP van de nieuwe schaal, wordt het verschil omgezet in een persoonlijke toeslag.c. Bij herindeling in een hogere salarisschaal wordt de toeslag evenveel verminderd als het periodesalaris stijgt. Bij algemene verhogingen van de salarisschalen wordt de persoonlijke toeslag voorts afgebouwd met 2% van het salaris (exclusief persoonlijke toeslag) tenzij de algemene verhoging lager is dan 2%, in welk geval wordt afgebouwd met het percentage van de algemene verhoging. (…)”
“Werknemers, die door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek, worden geplaatst in een lager ingedeelde functie, worden in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die waarin de plaatsing in de lagere functie is geschied.”
“dat, behoudens tegenbewijs, het vermoeden moet worden aangenomen dat bedoeld is in artikel 7 lid 3 waaronder sub b, CAO een eenzijdige bevoegdheid aan HAS te verschaffen omdat de term “plaatsen” in dat artikel in die richting wijst en indien de CAO wel de toestemming van de werknemer als vereiste had willen stellen, een duidelijker formulering voor de hand had gelegen.Daarmee ging de rechtbank naar het oordeel van de Hoger Raad echter kennelijk van een onjuiste rechtsopvatting uit. De Hoge Raad overwoog:
“Aan de bewoordingen van een CAO mogen in het bijzonder hoge eisen van duidelijkheid worden gesteld in een geval als het onderhavige, waarin het gaat om een door de werkgever ingeroepen bevoegdheid tot het nemen van de voor de werknemer zeer bezwarende maatregel van plaatsing in een functie met een lager loon dan deze voordien had, zulks bij wijze van disciplinaire sanctie. Tegen deze achtergrond laat artikel 7 lid 3 CAO de door de rechtbank bereikte uitleg niet toe.”
“Bij gebreke van bepalingen in eene arbeidsovereenkomst omtrent aangelegenheden, geregeld in eene collectieve arbeidsovereenkomst door welke zoowel de werkgever als de werknemer gebonden zijn, gelden de bepalingen der collectieve arbeidsovereenkomst.”
4.De kosten
5.De beslissing bij wege van voorlopige voorziening
- om uiterlijk vijf werkdagen na heden schriftelijk aan [eiser] te bevestigen dat hij vanaf 1 november 2016 hersteld is in zijn functie van Senior Accountant niveau I, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00;
- om uiterlijk vijf werkdagen na heden schriftelijk aan de [naam] [gedaagde] te melden dat [eiser] vanaf 1 november 2016 hersteld is in zijn functie van Senior Accountant niveau I alsook te melden dat hij per die datum opnieuw in het register van certificaathouders dient te worden ingeschreven, onder gelijktijdige overlegging van een afschrift van die schriftelijke melding aan [eiser] , op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00;
- om aan [eiser] vanaf 1 november 2016 ten minste een loon van € 6.517,57 bruto per maand te betalen en tevens alle aan die betaling verbonden inhoudingen en afdrachten te doen plaatsvinden, onder overlegging aan [eiser] van deugdelijke bruto-nettospecificaties van deze betalingen;
- in de kosten van de procedure aan de zijde van [eiser] gevallen en tot op heden begroot op € 1.381,37, waarin begrepen € 1.200 voor salaris van zijn gemachtigde;