[eiseres] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. voor recht wordt verklaard dat Struyk onrechtmatig heeft gehandeld jegens de heer [erflater]
en [eiseres] , althans tekort is geschoten in de op haar rustende zorgplicht zoals
bedoeld in artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek (BW) (dan wel 7:611 BW) en daardoor
schadeplichtig is geworden;
B. Struyk wordt veroordeeld om aan [eiseres] te vergoeden de immateriële
schade/smartengeld krachtens artikel 6:106 BW, door [eiseres] begroot op het
standaardbedrag van € 56.860,--, dan wel een ander door de kantonrechter in
redelijkheid te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel
6:119 BW vanaf 14 augustus 2015 tot de dag der algehele voldoening;
C. Struyk wordt veroordeeld tot vergoeding van de materiële schade van [eiseres]
krachtens de artikelen 6:107 en 6:108 BW, nader op te maken bij staat en te vereffenen
volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW
vanaf 14 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
D. Struyk wordt veroordeeld tot vergoeding van de kosten die verschuldigd zullen zijn om
de exacte omvang te berekenen van het bedrag dat op grond van de artikelen 6:107 lid 1
BW en 6:108 lid 1 BW verschuldigd is;
E. Struyk wordt veroordeeld om aan [eiseres] te vergoeden haar buitengerechtelijke
incassokosten begroot op € 1.343,60;
F. Struyk wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.