Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
onder I tot en met IVvan het levenstestament.
V). Verder zijn haar wensen ter uitvoering van de beide volmachten geformuleerd. “Deze volmacht is er op gericht geen bewind, mentorschap of curatele te hoeven aanvragen. Stelt de kantonrechter desondanks een bewind en/of mentorschap in, of stelt hij een curatele in, dan geldt het volgende.
I.aangewezen gemachtigde als bewindvoerder benoemt. Als mijn vermogen onder bewind wordt gesteld eindigt de onder
I.verleende volmacht ten aanzien van het gedeelte van het vermogen dat onder bewind is gesteld.
V.aangewezen medische gevolmachtigde als mentor benoemt. Als voor mij een mentor is benoemd, eindigt de onder
V.verleende volmacht niet.
I.aangewezen gevolmachtigde benoemd.”
I.
V.dezelfde personen heeft aangewezen als haar medisch gevolmachtigden.
niet akkoordgaan met het verzoek tot onderbewindstelling van de goederen van hun moeder. Zij benadrukken hierbij dat hun moeder ook tegen is. De door hun oudste broer/verzoeker gemaakte aantijgingen tegen de huidige belangenbehartigers van hun moeder worden ook betwist. Zij blijken -zo begrijpt de kantonrechter- unaniem van mening dat hun moeder hulp nodig heeft maar deze belangenbehartiging is middels het levenstestament voldoende afgedekt.
kande kantonrechter wanneer een meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, als gevolg van
onder meer“zijn lichamelijke of geestelijke toestand” een bewind instellen over een of meer goederen die rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren. Uit de stukken en de behandeling tijdens de terechtzittingen is voldoende aannemelijk geworden dat de rechthebbende als gevolg van de lichamelijke of geestelijke toestand -hoewel zij in de directe communicatie nog zeer helder is- niet meer zelf ten volle in staat is om haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Deze vaststelling is voor de kantonrechter echter geen reden om het onderhavige verzoek in te willigen. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat rechthebbende met het vaststellen van haar levenstestament
een passende voorzieningheeft bewerkstelligd voor de belangenbehartiging waartoe ze zelf op dit moment niet meer of niet meer voldoende in staat is. De kantonrechter verwijst in dat verband ook naar de expliciete doelstelling van dit levenstestament. Uitgangspunt van ons burgerlijk recht is de zelfbeschikking van het individu. Het is van belang van het individu, in dit geval rechthebbende, om niet verder in te grijpen dan noodzakelijk is. Het onder bewind stellen van één of meer goederen van rechthebbende acht de kantonrechter op dit moment niet noodzakelijk. De kantonrechter benadrukt hierbij dat in het kader van de belangenbehartiging van rechthebbende het belang van rechthebbende voorop dient te staan en niet een hiervan afgeleid belang van één of meer belanghebbenden.
nietin vervulling zijn gegaan.
in het belang van rechthebbendealle overige belanghebbenden moeten streven naar een harmonisering van de familieverhoudingen. Basis hiervoor is een transparante communicatie!