Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[verweerder] ,
[verweerster],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 15 december 2017, is het verzoek van de naamloze vennootschap DE VOLKSBANK NV, h.o.d.n. SNS, tot goedkeuring van een onderhandse verkoop van onroerend goed toegewezen. Het verzoek betreft de goedkeuring van de verkoop van een woonhuis met bijbehorende aanhorigheden, dat kadastraal bekend is als gemeente [registergoed]. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verkoopprijs van € 131.000,00 aanzienlijk hoger is dan de getaxeerde waarde van het onderpand, die op € 115.000,00 is vastgesteld. Tevens is de vermoedelijke opbrengst bij een executoriale veiling geschat op € 95.000,00. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen bezwaren zijn ingediend door de belanghebbenden, waardoor het verzoek tot goedkeuring van de onderhandse verkoop kan worden toegewezen.
Daarnaast heeft de verzoekster een verklaring voor recht gevraagd, waarin wordt gesteld dat de hypotheekgever en zijnen op grond van de beschikking tot ontruiming kunnen worden genoodzaakt. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen belang is voor verzoekster bij deze verklaring, aangezien artikel 525 Rv geen bevoegdheid tot ontruiming toekent aan de hypotheekhouder. De verzoekster heeft aangegeven dat zij de ontruiming wil overlaten aan de koper, waardoor dit verzoek is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen termen aanwezig geacht om een proceskostenveroordeling uit te spreken. De beschikking is openbaar uitgesproken op 15 december 2017.