In deze zaak hebben verzoekers beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Roosendaal, dat op 23 november 2017 is genomen, waarbij hun hond in beslag is genomen en getest zou worden na een bijtincident. De voorzieningenrechter heeft op 20 december 2017 uitspraak gedaan. De hond, een Mechelse herder, had op 11 september 2017 de elfjarige zoon van een derde partij gebeten, wat leidde tot ziekenhuisbehandeling. De burgemeester heeft op basis van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet besloten om de hond in beslag te nemen, omdat er een verstoring van de openbare orde was ontstaan. Verzoekers hebben aangevoerd dat de inbeslagname onrechtmatig was en dat de burgemeester niet bevoegd was om de hond te laten testen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de burgemeester in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid, gezien de omstandigheden van het bijtincident en de onrust die dit veroorzaakte in de woonomgeving. De voorzieningenrechter heeft het beroep van verzoekers ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat er nog geen besluit is genomen over eventuele euthanasie van de hond, en dat de burgemeester bij een toekomstig besluit moet afwegen of er nog steeds sprake is van een gevaar voor de openbare orde.