Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 10 februari 2017 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[Naam eiser1] te [Woonplaats1] , eiser in de zaak met nummer BRE 16/3628 WW,
[Naam eiser2] te [Woonplaats2] , eiser in de zaak met nummer BRE 16/4063 WW,
Procesverloop
Overwegingen
De door uw gemachtigde aangevoerde argumenten geven ons geen aanleiding om anders te concluderen.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt verweerder op binnen drie maanden na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 46,- aan ieder van eisers te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eisers tot de in overweging 9 genoemde bedragen van € 990,- en € 1.237,50.