ECLI:NL:RBZWB:2017:6292

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 februari 2017
Publicatiedatum
5 oktober 2017
Zaaknummer
4865807 CV EXPL 16-1667
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vergoeding voor autologe lipofilling op basis van Zorginstituut Nederland rapport

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 8 februari 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure over de vergoeding van autologe lipofilling voor de behandeling van acne littekens. De eiser, vertegenwoordigd door mr. H.B. Azar, had een verzoek ingediend om vergoeding van deze behandeling, maar de kantonrechter oordeelde dat deze behandeling niet voldoet aan de maatstaf van de 'huidige stand van wetenschap en praktijk'. Dit oordeel is gebaseerd op een rapport van het Zorginstituut Nederland, gedateerd 26 juni 2017, waarin wordt gesteld dat autologe lipofilling niet als een erkende medische behandeling kan worden beschouwd.

De procedure begon met een tussenvonnis op 28 september 2016, waarin de kantonrechter de noodzaak aangaf om het standpunt van het Zorginstituut te kennen alvorens een definitieve beslissing te nemen. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. H. van Hassel, heeft in een akte aangegeven dat het (herziene) standpunt van het Zorginstituut nog niet bekend was en dat dit pas in de loop van 2017 verwacht werd. De kantonrechter heeft de gedaagde partij de gelegenheid gegeven om dit standpunt in te brengen op de rol van 7 juni 2017, waarna de eiser ook de kans kreeg om hierop te reageren.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter op 5 juli 2017 de zaak aangehouden en de gedaagde partij opnieuw in de gelegenheid gesteld om het standpunt van het Zorginstituut in te brengen. De beslissing om de verdere procedure aan te houden werd genomen om ervoor te zorgen dat alle relevante informatie beschikbaar was voordat een definitieve uitspraak werd gedaan. Het vonnis werd openbaar uitgesproken op 8 februari 2017.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Tilburg
zaak/rolnr.: 4865807 CV EXPL 16-1667
vonnis d.d. 8 februari 2017
inzake
[eiser] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
gemachtigde: mr. H.B. Azar, advocaat te Arnhem,
tegen
[gedaagde],
gevestigd te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H. van Hassel.
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 28 september 2016, met de daarin genoemde stukken;
b. de akte van 14 december 2016 aan de zijde van [gedaagde] .

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij voornoemd tussenvonnis heeft de kantonrechter onder 4.5 overwogen:

De kantonrechter staat voor de beantwoording van de vraag of autologe lipofilling voldoet aan de stand der wetenschap en praktijk. De kantonrechter acht het van belang om kennis te kunnen nemen van het mogelijk (herziene) standpunt van het Zorginstituut op deze vraag. De kantonrechter stelt daarom [gedaagde] in de gelegenheid om dit standpunt en de eventueel daaraan door [gedaagde] te verbinden conclusie of gevolgen bij wijze van akte in het geding te brengen op de rol van 14 december 2016. [eiser] krijgt daarop de gelegenheid om een antwoordakte te nemen. Hierna zal de kantonrechter de zaak voor (tussen)vonnis zetten. Afhankelijk van de standpunten die partijen vervolgens innemen zal de kantonrechter beoordelen of voortzetting van de comparitie wenselijk is.”
2.2
Bij akte heeft [gedaagde] , kort weergegeven, aangevoerd dat het (herziene) standpunt van het Zorginstituut –ten aanzien van autologe lipofilling nog niet bekend is. Aangezien dit standpunt niet eerder dan in de loop van 2017 verwacht wordt, heeft [gedaagde] de kantonrechter in overweging gegeven om de zaak tot die tijd aan te houden.
2.3
Zoals eerder overwogen acht de kantonrechter het van belang om kennis te kunnen nemen van het (mogelijk herziene) standpunt van het Zorginstituut ten aanzien van de vraag of autologe lipofilling voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Gelet op het vorenstaande stelt de kantonrechter [gedaagde] daarom nogmaals in de gelegenheid om dit standpunt en de eventueel daaraan door [gedaagde] te verbinden conclusie of gevolgen bij wijze van akte in het geding te brengen op de rol van 7 juni 2017. [eiser] krijgt daarop de gelegenheid om een antwoordakte te nemen. Hierna zal de kantonrechter de zaak voor (tussen) vonnis zetten. Afhankelijk van de standpunten die partijen vervolgens innemen zal de kantonrechter beoordelen of voortzetting van de comparitie wenselijk is. In het geval dat het (herziene) standpunt van het Zorginstituut eerder bekend mocht zijn, wordt [gedaagde] verzocht om haar akte op een eerdere roldatum aan te brengen.
2.4
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 5 juli 2017 om 9.00 uurteneinde [gedaagde] in de gelegenheid te stellen om bij akte het standpunt van het Zorginstituut Nederland in het geding te brengen zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.5. van het tussenvonnis van
28 september 2016. [gedaagde] kan zich daarbij tevens uitlaten over de gevolgen van het advies voor haar verweer. Hierna zal [eiser] in de gelegenheid worden gesteld om een antwoordakte te nemen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J.M. Rouwen, en in het openbaar uitgesproken op
8 februari 2017.