In deze zaak hebben eisers, een echtpaar, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat hun aanvraag om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet heeft afgewezen en tevens voorschotten heeft teruggevorderd. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 20 januari 2017 uitspraak gedaan in deze zaak. De eisers hebben aangevoerd dat het college ten onrechte heeft geweigerd hen bijstand te verlenen, ondanks hun financiële situatie. Ze hebben betoogd dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met hun omstandigheden, waaronder het bezit van onroerend goed in Turkije en de schulden die zij hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers onvoldoende informatie hebben verstrekt om hun vermogenspositie vast te stellen, en dat het college terecht de aanvraag om bijstandsuitkering heeft afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de terugvordering van de voorschotten niet verder hoeft te worden beoordeeld, omdat eisers hiertegen geen gronden hebben aangevoerd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.