ECLI:NL:RBZWB:2017:394
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot herstel van dekvloer van bedrijfsruimte afgewezen op basis van huurovereenkomst
In deze zaak vorderde eiser, handelend onder de naam [A.], van de besloten vennootschap PROPERTY INVESTMENT ROTTERDAM B.V. (PIR) herstel van de dekvloer van een gehuurde winkelruimte in Terneuzen. Eiser stelde dat de dekvloer gebreken vertoonde, die PIR als verhuurder diende te herstellen. De huurovereenkomst bevatte bepalingen die de verantwoordelijkheid voor onderhoud en herstel van de dekvloer bij de huurder legden. Eiser voerde aan dat deze bepalingen strijdig waren met dwingend recht en daarom nietig. De kantonrechter oordeelde dat de dekvloer niet tot het gehuurde behoorde en dat de gebreken aan de dekvloer niet voor rekening van PIR kwamen. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 25 januari 2017, na een procedure die begon met een dagvaarding op 17 augustus 2016 en een mondelinge behandeling op 6 december 2016.