ECLI:NL:RBZWB:2017:3901

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 mei 2017
Publicatiedatum
29 juni 2017
Zaaknummer
4740898 CV EXPL 16-316 & 4866232 CV EXPL 16-1488
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de koop van paarden, rechtsgeldigheid van cessie en opheffing van beslagen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zijn er twee vorderingen aanhangig, beide met betrekking tot de koop van paarden. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wensing, vordert betaling van aanzienlijke bedragen van de gedaagden in conventie, die worden vertegenwoordigd door mr. W.G. Reddingius. De vorderingen zijn gebaseerd op de stelling dat de aangekochte paarden niet voldoen aan de overeenkomst, omdat zij gebreken vertonen die niet tijdig zijn gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres niet tijdig heeft geklaagd over de gebreken van de paarden, waardoor haar vorderingen zijn afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de cessie van vorderingen aan de eiseres rechtsgeldig is, maar dat er geen sprake is van finale kwijting in het kader van de gebreken. De rechtbank heeft de conservatoire beslagen opgeheven en de gedaagden in conventie in het gelijk gesteld, waarbij de eiseres in conventie is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 10 mei 2017.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 4740898 CV EXPL 16-316 & 4866232 CV EXPL 16-1488
vonnis d.d. 10 mei 2017
inzake
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] ,
kantoorhoudende te [adres 1] ),
eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder zaaknummer 4866232 CV EXPL 16-1488,
gemachtigde: mr. S.A. Wensing, advocaat te Coevorden,
tegen

1.[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] ,

2. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232],
3. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232],
4. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232],
beiden wonende, dan wel beide gevestigd te, [adres 2]
gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder zaaknummer 4866232 CV EXPL 16-1488,
gemachtigde: mr. W.G. Reddingius, advocaat te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] ” en “ [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de tussenvonnissen in beide zaken van respectievelijk 12 oktober 2016 en 15 februari 2017 met de daarin genoemde stukken;
b. de op 20 maart 2017 ter griffie ontvangen conclusie van antwoord in reconventie in zaaknummer 4866232 CV EXPL 16-1488;
c. de brief zijdens [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in beide zaken van 20 maart 2017 met producties;
d. de op 20 maart 2017 ter griffie ontvangen akte overlegging producties in beide zaken zijdens [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] met producties;
e. de aantekeningen van de griffier van de met betrekking tot beide zaken gehouden mondelinge behandeling van 27 maart 2017 met aangehecht de pleitnotities van partijen;
f. de akte in beide zaken zijdens [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] van 12 april 2017.

2.Het geschil

In conventie:
2.1
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] vordert onder zaaknummer 4740898 CV EXPL 16-316 om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
- primair een bedrag van € 300.000,00 en subsidiair een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de interesten vanaf 4 mei 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening
- de kosten samenhangende met het conservatoir beslag en de gerechtelijke in bewaringstelling van [naam 1] op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de interesten vanaf 1 maart 2015 tot de dag van de algehele voldoening;
- de buitengerechtelijke kosten;
- de proceskosten.
2.2
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het eindvonnis in deze zaak.
2.3
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] vordert onder zaaknummer 4866232 CV EXPL 16-1488, na vermeerdering van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- inzake [naam 1] :
 primair [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.500.000,00, te vermeerderen met de interesten vanaf 1 maart 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening;
 subsidiair [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een in goede justitie te bepalen bedrag;
 meer subsidiair [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] te gelasten tot verdeling van de gemeenschap in [naam 1] en te bepalen dat [naam 1] aan [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] toekomt, dan wel [naam 1] te verdelen volgens goede justitie;
 [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de kosten samenhangende met het conservatoir beslag en de gerechtelijke in bewaringstelling van [naam 1] op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de interesten vanaf 1 maart 2015 tot de dag van de algehele voldoening;
- inzake [naam 6] primair [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 450.000,00 en subsidiair een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de interesten vanaf 3 februari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten;
- [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
2.4
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het eindvonnis in deze zaak.
In reconventie:
2.5
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] vordert in zaaknummer 4866232 CV EXPL 16-1488:
- opheffing van de namens [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gelegde conservatoire beslagen ten laste van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90;
- opheffing van de gerechtelijke bewaring van [naam 1] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90;
- [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] te bevelen [naam 1] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90 binnen 24 uur na betekening van het eindvonnis in deze zaak te retourneren aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op de terreinen van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aan het Terheijdensspoor 9 te Den Hout;
- [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het eindvonnis in deze zaak.
2.6
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het eindvonnis in deze zaak.

3.De beoordeling

In conventie en reconventie:
3.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist, staat tussen partijen het volgende vast:
- op 1 april 2014 is 50% van [naam 1] verkocht door [naam 4] aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voor een bedrag van € 750.000,00, waarbij voor [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] een uitgestelde betalingsverplichting tot 1 juli 2014 gold;
- op 11 april 2014 bericht de heer [naam 5] , dierenarts, dat [naam 1] naar zijn mening klinisch gezond is en dat de röntgenfoto’s acceptabel zijn;
- op 11 april 2014 bericht de heer [naam 5] dat [naam 6] naar zijn mening klinisch gezond is en dat de röntgenfoto’s acceptabel zijn;
- op 11 april 2014 bericht de heer [naam 5] dat [naam 7] naar zijn mening klinisch gezond is en dat de röntgenfoto’s acceptabel zijn;
- op 16 april 2014 is 50% van [naam 1] volgens de vermelding op de koopovereenkomst door A. en [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] verkocht aan [naam 8] voor een bedrag van € 1.500.000,00. De factuur is verzonden naar [naam 9] te Engeland;
- op 16 april 2014 is [naam 7] volgens de vermelding op de koopovereenkomst door A. en [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] verkocht aan [naam 8] voor een bedrag van € 300.000,00. De factuur is verzonden naar [naam 9] te Engeland;
- op 16 april 2014 is 50% van [naam 6] volgens de vermelding op de koopovereenkomst door A. en [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] verkocht aan [naam 8] voor een bedrag van € 450.000,00. De factuur is verzonden naar [naam 9] te Engeland;
- de via [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aangekochte paarden en andere paarden van [naam 8] werden tegen een maandelijkse vergoeding verzorgd en getraind bij [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] te Den Hout;
- op 3 september 2014 bericht de heer [naam 10] , directeur van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] (verder te noemen: [naam 10] ), aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] dat na aankomst van [naam 7] in Engeland blijkt dat zij kreupel loopt;
- in reactie op voornoemd bericht van de heer [naam 10] geeft [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aan dat [naam 7] altijd goed heeft gelopen, misschien dat het aan het transport heeft gelegen. Hij verzoekt de heer [naam 10] om hem op de hoogte te houden;
- op 18 november 2014 is er tussen [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , als directeur van [naam 11] ., en [naam 12] overeengekomen dat [naam 12] 50% van [naam 6] en de fokrechten van [naam 6] koopt van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voor een bedrag van € 450.000,00. Daarnaast spreken voornoemde partijen af dat [naam 1] vanaf 1 januari 2016 verkocht gaat worden, met dien verstande dat [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] [naam 1] mag berijden tijdens de Olympische spelen in Rio de Janeiro;
- op 19 januari 2015 adviseren twee dierenartsen uit Langford, beiden gespecialiseerd in paarden, een behandelmethode om de kreupelheid van [naam 7] te behandelen;
- op 15 april 2015 bericht de heer [naam 13] , dierenarts, aan [naam 14] dat hij [naam 1] een klinisch gezond paard acht met wat radiologische opmerkingen, die een vergroot risico met zich brengen;
- per brief van 23 april 2015 bericht de heer [naam 15] , hoefsmid, dat hem was opgevallen dat er hoornscheur was opgetreden bij [naam 1] , dat die hoornscheur bekramd en geplakt was en dat hij zal zorgdragen voor speciaal beslag voor de duur dat [naam 1] bij de heer Brouwer gestald staat;
- op 7 mei 2015 verklaart de heer [naam 5] dat bij zijn onderzoek in 2014 geen sprake was van onbalans van de voorvoeten of kreupelheid bij [naam 7] ;
- op 30 mei 2015 bericht de heer [naam 16] , dierenarts, aan [naam 9] dat hij [naam 7] heeft onderzocht. Hij geeft aan dat de afwijkingen aan de voorvoeten, het bekken en de tred van het paard zouden moeten zijn opgevallen bij het vooronderzoek bij aankoop en dat op dat moment had moeten zijn aangegeven dat [naam 7] niet geschikt was als dressuurpaard;
- op 15 juli 2015 concludeert de heer [naam 17] , dierenarts, dat niet kan worden aangetoond dat [naam 7] bij aankoop problemen had. Uit de rapportages uit het Verenigd Koninkrijk maakt hij op dat er bij die onderzoeken sprake was van slechte hoefverzorging en dat daardoor tot de daar gegeven adviezen is gekomen. Niet is te constateren wat de oorzaak van de kreupelheid in 2014 was bij gebrek aan verslaglegging;
- op 13 januari 2016 zijn de paarden [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] en de vrachtwagen met het kenteken BR-TR-90 in beslag genomen door [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] . [naam 1] en de vrachtwagen zijn in gerechtelijke bewaring gegeven;
- op 21 januari 2016 is tussen Noora en [naam 8] en [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] een overeenkomst gesloten, waarbij Noora en [naam 8] het juridisch eigendom van de vorderingen op [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] verkopen en cederen aan [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] . Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing verklaard.
3.2
Alvorens in te gaan op de stellingen van partijen overweegt de kantonrechter dat, gelet op de hoeveelheid geschilpunten in deze zaak, ieder geschilpunt afzonderlijk zal worden behandeld. Op de stellingen van partijen wordt daarbij, voor zover van belang, nader ingegaan.
In conventie:
Bevoegdheid rechter, toepasselijk recht
3.3
De onderhavige vordering is ingesteld door een rechtspersoon uit het Verenigd Koninkrijk tegen [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , woonachtig/gevestigd in Nederland. Gelet op het bepaalde in artikel 4, lid 1, van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 en artikel 99 van het Wetboek van Rechtsvordering is de kantonrechter van deze rechtbank bevoegd om van de onderhavige vordering kennis te nemen.
3.4
Partijen beroepen zich op regels van Nederlands recht. De rechtbank zal dienovereenkomstig Nederlands recht toepassen.
Cessie rechtsgeldig?
3.5
Tussen partijen is allereerst in geschil of de (vermeende) vorderingen van [naam 18] en [naam 12] rechtsgeldig zijn overgedragen aan [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] .
3.6
Volgens [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] hebben [naam 18] en [naam 12] al hun vorderingen op [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] bij akten van cessie, waarbij uit moet worden gegaan van de laatste akte van cessie van 21 januari 2016, aan haar overgedragen. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] stellen daarentegen dat de diverse akten van cessie nietig zijn. Daarbij stelt hij allereerst dat onder Engels recht de hoofdregel geldt dat constructies waarbij derden zonder eigenstandig rechtmatig belang procederen nietig zijn. Nu [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] echter in de akte van cessie van 21 januari 2016 Nederlands recht van toepassing heeft verklaard gaat dit verweer niet op.
3.7
Verder stelt [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] dat de vorderingen van [naam 18] en [naam 12] inzake [naam 6] niet zijn overgedragen aan [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , omdat deze niet zijn vermeld in de akte van cessie van 31 december 2015. Nu in de akte van cessie van 21 januari 2016 deze vordering (onder 6) expliciet is vermeld gaat ook die stelling niet op.
3.8
Daarnaast stelt [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] dat ook naar Nederlands recht geen sprake kan zijn van een rechtsgeldige overdracht van de vorderingen, omdat een aantal van de handtekeningen onder de akte van cessie van 31 december 2015 via “knippen” en “plakken” onder die akte zouden zijn gezet. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] wijst hiervoor naar het rapport van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau van 10 februari 2016. Dit rapport ziet echter niet op de akte van cessie van 21 januari 2016. Dat deze akte niet voldoet aan de eisen van artikel 3:94 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is verder gesteld noch gebleken. Daarbij wordt opgemerkt dat op 4 februari 2016 de cessie van 21 januari 2016 aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] is medegedeeld en dat voor een rechtsgeldige cessie – anders dan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] – stelt geen instemming van in dit geval [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] vereist is.
3.9
Tot slot stelt [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] dat de akten van cessie in strijd zijn met artikel 3:40 BW, nu [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] geen eigenstandig belang heeft bij deze cessie en alleen als cessionaris wordt opgevoerd om zekerheidstelling voor de proceskosten te ontlopen. Bovendien zou [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , volgens [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , misbruik van haar bevoegdheid maken door zich gelet op deze omstandigheden op de akten van cessie te beroepen. De kantonrechter is echter, anders dan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] betoogt, van oordeel dat [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] door zich op de akte van cessie van 21 januari 2016 te beroepen zich niet schuldig maakt aan misbruik van bevoegdheid en/of dat de cessie nietig is. Het recht tot cessie van vorderingen komt een schuldeiser nou eenmaal toe.
Finale kwijting?
3.1
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert aan dat de in november 2014 met [naam 12] gesloten vaststellingsovereenkomst het sluitstuk was van de afspraken die tussen [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] enerzijds en [naam 18] en [naam 12] anderzijds gemaakt moesten worden naar aanleiding van de eenzijdige beëindiging van de tussen [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] en [naam 12] in de eerste helft van 2014 gesloten zes overeenkomsten. Met andere woorden, volgens [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , is door het sluiten van de vaststellingsovereenkomst overeengekomen dat er geen claims meer over en weer zouden volgen als de afspraken van de vaststellingsovereenkomst volledig zouden worden nagekomen door beide partijen. [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] betwist dit en stelt, kort gezegd, dat de vaststellingsovereenkomst niet op de vorderingen van onderhavige procedures ziet.
3.11
De kantonrechter overweegt dat in de overeenkomst van 18 november 2014 – die overigens tussen [naam 12] enerzijds en [naam 11] . anderzijds is gesloten – met name afspraken zijn gemaakt met betrekking tot onroerend goed en een lening. Daarnaast zijn er niet financiële afspraken gemaakt met betrekking tot het paard [naam 1] , er op neerkomend dat de “breeding rights” aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zouden blijven toekomen en dat [naam 1] in 2016 verkocht zal worden, waarbij de optie van deelname van [naam 1] aan de Olympische Spelen van 2016 met [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] open wordt gehouden. In de overeenkomst zijn geen afspraken met betrekking tot het paard [naam 7] vermeld. Met betrekking tot het paard [naam 6] is in de overeenkomst opgenomen dat dit paard naar het staladres van [naam 12] in het Verenigd Koninkrijk zal gaan en dat de 50% aandeel in [naam 6] van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] B.V. aan [naam 12] zal worden verkocht voor een prijs van € 450.000,00, welk bedrag zal worden verrekend met een vordering van [naam 12] . Uit de vaststellingsovereenkomst volgt niet dat er afspraken zijn gemaakt en/of discussie tussen partijen is geweest over gebreken aan en/of koopsommen van [naam 1] en [naam 7] en dat voor deze paarden en de afspraak met betrekking tot [naam 6] finale kwijting is verleend. Gelet hierop, mede gezien de uitdrukkelijke betwisting door [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , volgt de kantonrechter [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niet in zijn verweer dat ook voor de vorderingen die in onderhavige procedures aanhangig zijn gemaakt finale kwijting is verleend.
[naam 1]
3.12
In april 2014 is 50% van de eigendomsrechten van het paard [naam 1] voor een bedrag van € 1.500.000,00 verkocht. Partijen twisten wie als koper en verkoper bij deze overeenkomst zijn aan te merken. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] stelt dat [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] Trading de verkoper is, nu zij de 50 % eigendomsrechten in het voorjaar 2014 van [naam 4] heeft gekocht en vervolgens heeft doorverkocht aan [naam 12] , die handelde in de uitoefening van haar bedrijf, te weten haar eenmanszaak [naam 9] , een stallen- en trainingscomplex voor paarden in Groot-Brittannië. [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] stelt dat A. en [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] de verkopende partij zijn en dat [naam 8] als consument ten behoeve van haar dressuurambities (Zij is amazone en beoefent de dressuursport op hobbymatige wijze) de kopende partij is.
3.13
De kantonrechter zal in het midden laten wie als koper en verkoper moet worden aangemerkt en/of sprake is van consumentenkoop of niet, gelet op het navolgende.
3.13.1
De kantonrechter volgt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niet in haar stelling dat de 50% eigendomsrechter van [naam 1] niet zijn geleverd door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] onderbouwt deze door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] betwiste stelling immers niet. Daarnaast staat vast dat [naam 1] werd getraind en gestald door/bij [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op basis van gesloten overeenkomsten daartoe met Noora en/of [naam 8] en dat [naam 8] in de maanden april 2014 en daarna in de buurt van de stallen van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] verbleef en vrijwel dagelijks in de stallen aanwezig was.
3.13.2
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [naam 1] niet aan onderhavige koopovereenkomst beantwoordt, omdat hij niet geschikt is als rij- en sportpaard op top niveau vanwege zijn afwijkingen. Daarbij stelt zij dat sprake is van een luchtweginfectie die na de inbeslagname is geconstateerd en een scheur in de hoef, alsmede afwijkingen met betrekking tot de rug en het straalbeen. Door deze afwijkingen ontstaat kreupelheid. Hierbij wijst [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op het rapport van [naam 19] van 15 april 2015. Als gevolg van deze non-conformiteit is de koopovereenkomst ontbonden bij brief van 16 april 2015.
3.13.3
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert hiertegen als meest verstrekkende verweer dat [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , althans [naam 18] en/of [naam 12] niet tijdig hebben geklaagd als bedoeld in artikel 23, lid 1, BW.
3.13.4
Artikel 23, lid 1, BW bepaalt dat de koper geen beroep meer kan doen op dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijze had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. Bij een consumentenkoop is een termijn van twee maanden na ontdekking nog tijdig. Indien geen sprake is van consumentenkoop dient de vraag of tijdig is geklaagd te worden beantwoord onder afweging van alle betrokken belangen en met inachtneming van alle relevante omstandigheden, waaronder het antwoord op de vraag of [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] nadeel heeft geleden door de lengte van de in acht genomen klachttermijn.
3.13.5
In dit geval zijn de volgende omstandigheden van belang. Het gaat om de koop van een paard, levende have. Vaststaat tussen partijen dat [naam 1] in april 2014 is gekocht en toen is gekeurd en gezond bevonden door dierenarts [naam 5] . In het rapport van 11 april 2014 van [naam 5] is vermeld:
“(…) There is an old medial quarter crack in both front feet which are manageable with good shoeing. X-rays from the back show narrowing 2 spinous processes space in thoracal region which does not seem to be clinical important because palpation and mobility of back and neck are in normal ranges. (…)Final conclusion: Clinical sound horse today, x-rays acceptbale in my opinion.”.Uit dit rapport volgt derhalve dat [naam 1] is goedgekeurd door dierenarts [naam 5] , maar tevens dat er met betrekking tot de voorvoeten en rug wel wat bemerkingen zijn. Gelet op dit rapport, waarnaar in de overeenkomst met betrekking tot [naam 1] van april 2014 wordt verwezen konden [naam 18] en/of [naam 12] derhalve vanaf 11 april 2014 er van op de hoogte zijn dat [naam 1] bemerkingen had met betrekking tot de voeten en rug. [naam 18] en/of [naam 12] zijn er toen echter niet toe overgegaan te onderzoeken of [naam 1] voldeed aan de overeenkomst, in die zin dat het een gezond paard was dat geschikt was om op hoog niveau wedstrijden mee te rijden. Bovendien is tot het moment van inbeslagname van het paard op 15 april 2015 – een jaar na de koop – niet geklaagd over non-conformiteit van [naam 1] . Ook is tot dat moment geen kreupelheid bij [naam 1] geconstateerd en heeft [naam 1] aan een aantal wedstrijden meegedaan. Eerst na de inbeslagname laten [naam 18] en/of [naam 12] [naam 1] onderzoeken door [naam 19] . Hij constateert in lijn met het rapport van [naam 5] dat [naam 1] een clinical sound horse is, with some radiological remarks en een probleem bij de voorhoef. Vervolgens is door de gemachtigde van [naam 8] de koopovereenkomst ontbonden bij brief van 16 april 2015. Eerst bij deze brief wordt [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op de hoogte gesteld van een mogelijk gebrek van [naam 1] onder verwijzing naar het rapport van [naam 19] . Nu pas één jaar na de koop is geklaagd naar aanleiding van het onderzoek door [naam 19] en [naam 18] en/of [naam 12] er aldus kennelijk voor hebben gekozen niet eerder naar aanleiding van het rapport van [naam 5] een onderzoek te laten doen, is [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] bemoeilijkt in de mogelijkheden te bewijzen dat [naam 1] ten tijde van de verkoop wel conform was. Dit is een keuze die voor rekening en risico van [naam 18] en/of [naam 12] komt. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat voor zover de brief van 16 april 2015 al als een klacht moet worden opgevat deze klacht niet binnen bekwame tijd, zoals artikel 7:23 lid 1 BW eist, is gedaan.
3.13.6
Overigens wordt overwogen dat de kantonrechter onvoldoende feiten heeft gesteld om te kunnen concluderen dat [naam 1] niet geschikt is voor de dressuursport op hoog niveau. Het feit dat [naam 1] de bemerkingen heeft zoals door dierenarts [naam 5] en [naam 19] geconstateerd brengt dat volgens [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] nog niet met zich. Dit laatste is door [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] onvoldoende gemotiveerd betwist. Bovendien is door [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niet betwist is dat [naam 1] volgens zowel dierenarts [naam 5] , als [naam 19] een clinical sound horse is, dat het eerste jaar na de aankoop van [naam 1] niet van gebreken is gebleken, dat met [naam 1] toen wedstrijden zijn gereden, de verklaring van Carl Hester dat hij in februari 2014 tweemaal [naam 1] heeft bereden en lovend over hem is, alsmede dat de gerechtelijk bewaarder van [naam 1] telkens aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] heeft medegedeeld dat [naam 1] niets mankeert en kerngezond is. Gelet hierop had het op de weg van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gelegen nader te onderbouwen dat [naam 1] niet aan de koopovereenkomst beantwoord. Nu zij dit niet heeft gedaan heeft zij haar stelling onvoldoende onderbouwd en zou haar vordering voor zover die er op gebaseerd is dat [naam 1] niet aan de overeenkomst beantwoordt ook om die reden moeten worden afgewezen.
3.13.7
Het voorgaande leidt ertoe dat de beroepen op dwaling en op artikel 6:193 j BW (oneerlijke handelspraktijken) eveneens niet opgaan. Immers, [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] kan hier geen beroep meer op doen, aangezien dit samenhangt met het feit dat [naam 1] niet aan de overeenkomst beantwoordt waarvoor zij te laat heeft geklaagd. Bovendien heeft [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] deze beroepen onvoldoende feitelijk onderbouwd gelet op de betwisting door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] . Dit laatste geldt ook voor het beroep van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op het toerekenbaar tekortschieten van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst.
3.14
De vorderingen in conventie met betrekking tot [naam 1] dienen dan ook te worden afgewezen.
[naam 7]
3.15
In april 2014 is ook een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het paard [naam 7] voor een prijs van € 300.000,00. Ook ten aanzien van deze overeenkomst verschillen partijen van mening wie de koper en wie de verkoper is. De kantonrechter zal dat ook in dit geval in het midden laten gelet op het navolgende.
3.15.1
Volgens [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] is [naam 7] niet geschikt als rij- en sportpaard op top niveau vanwege het behept zijn met afwijkingen, waaronder ernstige afwijkingen aan de voeten waardoor kreupelheid ontstaat. Hierdoor beantwoordt [naam 7] niet aan de overeenkomst.
3.15.2
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert hiertegen als meest verstrekkende verweer dat [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , althans [naam 18] en/of [naam 12] niet tijdig hebben geklaagd als bedoeld in artikel 23, lid 1, BW.
3.15.3
Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 3.14 is overwogen overweegt de kantonrechter als volgt.
3.15.4
In april 2014 is de koopovereenkomst met betrekking tot [naam 7] , die op dat moment nog eigendom is van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , gesloten. [naam 18] en/of [naam 12] hadden [naam 7] op stal zien staan en vaak getraind zien worden, waarna werd besloten tot de koop. Na de koop is [naam 7] bij [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op stal gebleven (verzorging en training op basis van de gesloten stalmanagementovereenkomst). [naam 7] werd door [naam 8] getraind. Gelet hierop gaat de kantonrechter er dan ook vanuit – anders dan [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] – dat [naam 7] is geleverd en dat toen niet is gebleken van gebreken. Daarnaast is bij de koopovereenkomst verwezen naar het rapport van dierenarts Frank [naam 5] , waarin is vermeld dat [naam 7] een
“Clinical sound horse”is en dat
“x-rays acceptable in my opinion”. [naam 18] en/of [naam 12] hebben de beschikking over dit rapport gekregen en geen aanleiding gezien nader onderzoek te doen of [naam 7] beantwoordde aan de overeenkomst. Na het vertrek van [naam 8] naar het Verenigd Koninkrijk in juli 2014 is [naam 7] op stal bij [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gebleven en door een stalruiter van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] getraind. Op 2 september 2014 is [naam 7] in opdracht en voor rekening en risico van [naam 18] en/of [naam 12] getransporteerd naar dressuurstal De Korenbloem in Weert. Onbetwist is dat vanaf het sluiten van de koopovereenkomst tot dit transport niet is geklaagd over en/of is gebleken van gebreken van [naam 7] . Op de dag na dit transport, 3 september 2014, wordt namens [naam 12] bij emailbericht aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] medegedeeld:
“ [naam 7] is hopping lame.”[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] antwoordt dit emailbericht diezelfde dag:
“she has been OK till now. we just checked at home with Renate: she has been ridden. in the field etc. like usual. there might happen something on the transport. but please keep us informed. in case there is anything we can help with.”Dit emailbericht namens [naam 12] kan niet als een klacht in de zin van artikel 7:23 BW worden beschouwd. Er wordt immers slechts medegedeeld dat [naam 7] die dag kreupel loopt en er wordt niet medegedeeld dat [naam 7] niet aan de overeenkomst beantwoord. Onweersproken is door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gesteld dat na dit emailbericht namens [naam 12] [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niets meer hebben gehoord over kreupelheid en/of andere afwijkingen van [naam 7] . [naam 7] is vervolgens naar het Verenigd Koninkrijk gebracht. [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] is niet geïnformeerd over de onderzoeken, die daar door dr. Brooks op 23 december 2014 en door paardenkliniek New Market op 15 januari 2015 zijn gedaan. Eerst op 29 april 2015, ruim zeven maanden na het transport van [naam 7] en het moment waarop de klachttermijn een aanvang zou hebben genomen, wordt [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de brief, waarbij de koopovereenkomst wordt ontbonden, ervan op de hoogte gesteld dat [naam 7] kreupel zou zijn. Hierdoor is [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] de mogelijkheid ontnomen de betrouwbaarheid van de klacht met betrekking tot kreupelheid van [naam 7] adequaat en snel te controleren, met als gevolg dat een inschatting vanaf wanneer de aandoening zich heeft ontwikkeld, dan wel is ontstaan, moeilijker te maken valt door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] . Ook hier geldt derhalve dat voor zover moet worden aangenomen dat de klacht bij de brief van 29 april 2015 is gedaan, dit niet binnen bekwame tijd als bedoeld in artikel 7:23 BW is gedaan. Dit betekent dat [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zich er niet meer op kan beroepen dat [naam 7] niet aan de overeenkomst beantwoordt.
3.15.5
Daarnaast doet [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] een beroep op wederzijdse dwaling, een beroep op oneerlijke handelspraktijken als bedoeld in artikel 6:193a BW en een beroep op het tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst. Nu te laat is geklaagd heeft [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] haar rechten ter zake deze beroepen, die immers samenhangen met het feit dat volgens haar [naam 7] niet aan de overeenkomst beantwoordt, verloren.
3.16
De vorderingen in conventie met betrekking tot [naam 7] dienen dan ook te worden afgewezen.
[naam 6]
3.17
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] vordert schade ter hoogte van de betaalde koopsom voor [naam 6] van
€ 450.000,00. Zij stelt hiertoe dat [naam 8] voor een bedrag van € 450.000,00 50% van de eigendomsrechten van G.J. en [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] heeft gekocht. Hierdoor is tussen hen een gemeenschap ten aanzien van [naam 6] ontstaan. In de in november 2014 gesloten overeenkomst is opgenomen dat 50% van de eigendomsrechten van [naam 6] vanuit [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aan [naam 12] worden overgedragen ter voldoening van een lening. [naam 8] heeft met deze transactie niet ingestemd en jegens haar is ook geen verdeling van de gemeenschap gevorderd. De overdracht van het aandeel van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in [naam 6] aan [naam 12] is dan ook nietig en [naam 8] heeft daarom recht op betaling van de koopsom aan haar als schadevergoeding.
3.18
[gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] voert hiertegen verweer. Zij stelt onder meer onder verwijzing naar de overeenkomst van november 2014 en de volmacht van Benoit van 20 september 2014 dat [naam 12] de eigenaar van 50% van [naam 6] was en niet [naam 18] .
3.19
De kantonrechter overweegt dat zij op de comparitiezitting van mr. Blackinstone van [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] heeft begrepen dat [naam 12] als zaakwaarneemster van [naam 8] optrad en dat de gesloten overeenkomsten in dat licht bezien moeten worden, alsmede dat [naam 8] wist dat [naam 12] de andere helft in [naam 6] van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zou kopen, maar het daar niet mee eens was. Gelet op het feit, dat [naam 12] als zaakwaarneemster van [naam 8] optrad, kan het beroep op een nietige overdracht niet opgaan. De vorderingen in conventie met betrekking tot [naam 6] zijn evenmin toewijsbaar.
In reconventie:
3.2
Volhardt wordt bij hetgeen in conventie is overwogen.
Opheffing van beslagen
3.21
Nu de vorderingen in conventie worden afgewezen, is komen vast te staan dat deze ondeugdelijk zijn. Met het voorgaande is voldaan aan de voorwaarde ex artikel 705 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor opheffing van de beslagen (en de gerechtelijke bewaarneming). De kantonrechter zal deze dan ook opheffen.
3.22
De termijn van teruggave van [naam 1] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90 zal worden gesteld op twee weken na betekening van dit vonnis.

4.De proces- en nakosten

Inzake 4740898 CV EXPL 16-316:
4.1
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] worden deze begroot op:
€ 800,00 aan gemachtigdensalaris voor de conclusie van antwoord;
€ 400,00 aan gemachtigdensalaris voor de comparitie na antwoord (beide zaken);
€ 100,00+ aan gemachtigdensalaris voor de akte na comparitie (beide zaken);
€ 1.300,00 Totaal.
Inzake 4866232 CV EXPL 16-1488:
In conventie:
4.2
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] worden deze begroot op:
€ 1.200,00 aan gemachtigdensalaris voor de conclusie van antwoord;
€ 600,00 aan gemachtigdensalaris voor de comparitie na antwoord (beide zaken);
€ 300,00+ aan gemachtigdensalaris voor de akte na comparitie (beide zaken);
€ 2.100,00 Totaal.
In reconventie:
4.3
[eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] worden deze begroot op:
€ 600,00 aan gemachtigdensalaris voor de conclusie van antwoord in reconventie;
€ 300,00 aan gemachtigdensalaris voor de comparitie na antwoord (beide zaken);
€ 150,00+ aan gemachtigdensalaris voor de akte na comparitie (beide zaken);
€ 1.050,00 Totaal.
In beide zaken:
4.4
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niet vrijwillig binnen 14 dagen na aanschrijving van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 100,00), zijnde een bedrag van € 100,00. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend.
4.5
De gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten zal, conform lokaal beleid, worden toegewezen als in het dictum vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
Inzake 4740898 CV EXPL 16-316:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] tot op heden begroot op een bedrag van € 1.300,00 als salaris voor de gemachtigde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
Inzake 4866232 CV EXPL 16-1488:
In conventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] tot op heden begroot op een bedrag van € 2.100,00 als salaris voor de gemachtigde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
In reconventie:
heft de namens [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gelegde conservatoire beslagen op [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90 op;
heft de gerechtelijke bewaring van [naam 1] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90 op;
beveelt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] om [naam 1] en de paardenvrachtwagen met kenteken BR-TR-90 binnen twee weken na betekening van dit vonnis te retourneren aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] op de terreinen van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] aan het Terheijdensspoor 9 te Den Hout;
veroordeelt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] tot op heden begroot op een bedrag van € 1.050,00 als salaris voor de gemachtigde van [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] , te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
In beide zaken:
veroordeelt [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] om aan [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] te betalen de nakosten, welke voorwaardelijk worden begroot op € 100,00 voor het geval dat [eiseres in conventie in beide zaken, verweerster in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] gedurende 14 dagen na aanschrijving door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] niet heeft voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordeling, te vermeerderen met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na die termijn is betekend en vervolgens te vermeerderen met de wettelijke rente:
  • over een bedrag van € 100,00 vanaf de 15e dag na aanschrijving door [gedaagden in conventie in beide zaken, eisers in reconventie in de zaak onder nummer 4866232] tot de dag van de algehele voldoening;
  • over de betekeningskosten vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot de dag van de algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op
10 mei 2017.af