ECLI:NL:RBZWB:2017:2849
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid voor een indicatie banenafspraak en de begeleidingsbehoefte van eiser in het kader van de WIA
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 mei 2017, betreft het een beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 21 oktober 2015, waarin de aanvraag voor een indicatie banenafspraak werd afgewezen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Bijlsma, stelt dat hij door zijn beperkingen niet in staat is om zonder begeleiding de reguliere arbeidsmarkt te betreden. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om het UWV de gelegenheid te geven te reageren op aanvullende rapportages van een arbeidsdeskundige en een bezwaarverzekeringsarts. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen geen onterecht te geringe beperkingen hebben vastgesteld. Eiser heeft verschillende rapportages overgelegd ter ondersteuning van zijn stellingen, maar de rechtbank oordeelt dat deze niet leiden tot een ander oordeel over de vastgestelde beperkingen. De rechtbank volgt de conclusie van de bezwaararbeidsdeskundige dat eiser geschikt is voor de drempelfunctie medewerker bloemzaadproductie, waarbij voldoende begeleiding aanwezig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.