In deze zaak heeft eiseres een herzieningsverzoek ingediend met als doel dat met terugwerkende kracht een andere LFNP-functie op haar van toepassing wordt verklaard. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 21 april 2017 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke kwestie. Eiseres was van mening dat de aanpassing van de functiebeschrijving van haar collega, die na een beroepsprocedure een andere functie kreeg, een nieuw feit of veranderde omstandigheid vormde. De korpschef van politie had eerder het verzoek van eiseres om in te schalen in functieschaal 10 afgewezen, met het argument dat er geen gelijke gevallen waren en dat de functiebeschrijving van de collega niet relevant was voor de situatie van eiseres.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de nieuwe functiebeschrijving van de collega wel degelijk een nieuw feit is, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres en haar collega verrichten grotendeels dezelfde werkzaamheden, en de rechtbank heeft het beroep op het gelijkheidsbeginsel gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit van de korpschef vernietigd en zelf in de zaak voorzien door het herzieningsverzoek van eiseres te honoreren. Eiseres krijgt nu de LFNP-functie van haar collega toegewezen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010, en de korpschef is veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling in vergelijkbare situaties binnen het bestuursrecht en de mogelijkheid voor rechters om zelf in de zaak te voorzien wanneer een bestreden besluit onterecht is.