ECLI:NL:RBZWB:2017:1975
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Ketelaars-Mast
- J.M. van Lanen
- V.E.H.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Omzetting van nationale bevoegdheid Recreational Flight Instructor naar EASA Flight Instructor
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 maart 2017, wordt de zaak behandeld van een eiser die in beroep is gegaan tegen een besluit van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Het betreft de omzetting van zijn nationale vliegbrevet Recreational Flight Instructor (RFI (A)) naar de Europese bevoegdheid Flight Instructor (FI (A)) op basis van de EASA FCL. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een motiveringsgebrek is in het bestreden besluit van de staatssecretaris, die de aanvraag van de eiser om omzetting van zijn brevet had afgewezen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de regelgeving van de Verordening (EU) 1178/2011, die de voorwaarden voor de afgifte en omzetting van vliegbewijzen regelt. Eiser heeft betoogd dat zijn nationale bevoegdheid RFI (A) moet worden omgezet naar de EASA bevoegdheid FI (A) zonder beperkingen, en heeft daarbij verwezen naar de JAR-regelgeving. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat de RFI (A) niet op de JAR is gebaseerd, wat de rechtbank niet overtuigend vond.
De rechtbank heeft de staatssecretaris de gelegenheid gegeven om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken. Indien de staatssecretaris geen gebruik maakt van deze gelegenheid, dient hij dit binnen twee weken aan de rechtbank te melden. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak in deze zaak.