Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[verweerder]
1.Het procesverloop
2.De feiten
gedurende de dienstbetrekking of binnen een tijdvak van 24 maanden na beëindiging daarvan in Nederland, in enigerlei vorm een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven hetzij direct, hetzij indirect als ook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke zaak van derden belang te hebben. Daarnaast is het u gedurende eenzelfde periode in Nederland niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van werkgever, direct of indirect in of voor een dergelijke bedrijf werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet of daarin enig aandeel van welke aard dan ook te hebben.’
is bovendien niet in staat een gesprek met zijn leidinggevende aan te gaan, zonder dat daar een onafhankelijke derde bij is. Nu dat morgen niet het geval zal zijn, zal hij ook niet aanwezig kunnen zijn’.