6.3Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft samen met medeverdachte [medeverdachte] het lichaam van [slachtoffer] vervoerd en verborgen. Verdachte heeft samen met de medeverdachte het in plastic verpakte lichaam met een kruiwagen naar de Caddy van verdachte gebracht en daarin gelegd, teneinde het lichaam te vervoeren naar een plek waar zij het konden achterlaten. Uiteindelijk is het lichaam van [slachtoffer] begraven in een bosperceel in de Biesbosch. Verdachte heeft pas
3 Een geschrift, te weten een rapport van het landelijk orgaan forensische odontologie d.d. 27 september 2014, p. 464, van het proces-verbaal forensisch onderzoek.
4 Het proces-verbaal van bevindingen, p. 181 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal;
Parketnummer: 02/821605-14 Vonnis d.d. 29 maart 2016
na 23 maanden voor het eerst een verklaring afgelegd over zijn betrokkenheid bij het wegmaken van het lichaam van [slachtoffer] .
Dit gedrag van verdachte is als moreel verwerpelijk en als volstrekt ontoelaatbaar aan te merken. Door dit handelen heeft verdachte immers het opsporingsonderzoek naar de door de nabestaanden als vermist opgegeven [slachtoffer] gefrustreerd. De nabestaanden hebben hierdoor maanden in onzekerheid verkeerd over het lot van hun zoon. Voorts zijn de nabestaanden hierdoor niet in de gelegenheid geweest om op een normale manier afscheid te nemen van hun dierbare. Dit moet verdachte zwaar worden aangerekend. De emotionele gevolgen die de nabestaanden van het slachtoffer hebben ondervonden en nog immer ondervinden, blijken uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de ouders van
[slachtoffer] . De wijze waarop men zich in dit geval van het lijk heeft ontdaan heeft ook mensen in de direct omgeving van het slachtoffer geschokt en mogelijk ook daarbuiten .
Uit het psychologische onderzoek door drs. [naam] , klinisch psycholoog, d.d. 24 oktober 2015 volgt dat verdachte lijdt aan een dysthyme stoornis en ADHD in remissie.
Daarnaast is sprake van zwakbegaafdheid en van afhankelijke, schizoïde, schizotypische en autistische trekken. De gestelde stoornissen en persoonlijkheidstrekken hebben geen noemenswaardige invloed gehad op het beoordelingsvermogen, de gedachten, de gevoelens en het gedrag van verdachte tijdens het plegen van het delict. Verdachte is dan ook volledig toerekeningsvatbaar ten tijde van het delict. Verdachte's zwakbegaafdheid en zijn persoonlijkheidstrekken, met name submissiviteit en subassertiviteit, kunnen leiden tot een sterk verhoogde beïnvloedbaarheid waardoor hij in ongunstige en mogelijke criminele situaties kan belanden. Een begeleiding van verdachte en behandeling van zijn dysthymie zal het risico van crimineel gedrag verder verkleinen. De psycholoog ziet geen noodzaak om aan verdachte binnen een strafrechtelijk kader een verplichte behandeling op te leggen.
Verdachte heeft aangegeven zelf hulp te zoeken in een vrijwillig kader voor zijn somberheidsklachten.
Voorts blijkt uit het rapport van Reclassering Nederland d.d. 27 oktober 2015 dat geadvis·eerd wordt, gelet op zijn schuldbekentenis en -besef, om naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (voorarrest) een werkstraf op te leggen. Het recidiverisico wordt als laag(gemiddeld) ingeschat.
De rechtbank heeft kennisgenomen van alle in bovenstaande rapporten opgenomen overwegingen en conclusies en zal deze in haar beoordeling betrekken.
Gelet op de aard en de ernst van het feit, de geldende oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS alsmede de straffen die doorgaans voor dergelijke feiten worden opgelegd, kan naar het oordeel van de rechtbank.niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte en de rapportages waaruit volgt dat er sprake is van zwakbegaafdheid en beïnvloedbaarheid van verdachte. Voornoemde omstandigheden leiden ertoe dat de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden acht.