ECLI:NL:RBZWB:2016:855

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2016
Publicatiedatum
18 februari 2016
Zaaknummer
12/715193-06
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met recidivegevaar en geestelijke stoornis

Op 18 februari 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte. De officier van justitie had op 11 januari 2016 een vordering ingediend tot verlenging van de TBS met één jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in het verleden was veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, nog steeds lijdt aan een geestelijke stoornis, namelijk schizofrenie van het resttype. Dit heeft geleid tot een hoog recidivegevaar, vooral gezien het feit dat de verdachte weinig ziekte-inzicht heeft en regelmatig aangeeft te willen stoppen met medicatie. De reclassering heeft geadviseerd om de TBS te verlengen, en ook de psychiater heeft een verlenging van de TBS met twee jaar aanbevolen. De rechtbank heeft echter besloten om de TBS met één jaar te verlengen, omdat de veiligheid van anderen dit eist. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de TBS te verlengen tot 2 november 2016 afgewezen, omdat de wet alleen verlenging met één of twee jaar toestaat. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d, 38e en 38j van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 12/715193-06
Beslissing d.d. 18 februari 2016
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[verdachte] ,
geboren te [plaats en datum] ,
wonende te [adres] .

1.Destukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 11 januari 2016, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna TBS) met 1 (één) jaar;
- het voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever van Reclassering Nederland d.d. 9 november 2015;
- het afloopbericht toezicht van Reclassering Nederland d.d. 6 november 2015:
- het Advies aan opdrachtgever toezicht, Verlengingsadvies TBS voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van Reclassering Nederland d.d. 11 januari 2016;
- het rapport van het psychiatrisch onderzoek van psychiater H. Kondakçi d.d. 7 januari 2016;
- de overige stukken.

2.Deprocesgang

Bij beslissing van de meervoudige kamer in deze rechtbank, locatie Middelburg van 18 oktober 2006 is betrokkene, wegens poging tot zware mishandeling, veroordeeld tot TBS met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De TBS is op 12 februari 2007 aangevangen.
De TBS is laatstelijk bij beslissing van 10 september 2015 voor een termijn van één jaar verlengd waarbij de rechtbank de verpleging van overheidswege voorwaardelijk heeft beëindigd op het tijdstip dat er daadwerkelijk een geschikte woonvoorziening beschikbaar is voor de terbeschikkinggestelde, doch uiterlijk vijf maanden na de uitspraak. De verpleging van overheidswege is per 2 november 2015 voorwaardelijk beëindigd.
Tijdens het onderzoek in openbare raadkamer van de rechtbank van 4 februari 2016 is de officier van justitie mr. J.M. Valente gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.C. van der Want, advocaat te Middelburg.
Voorts is de getuige [getuige] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland te Middelburg, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

Reclassering Nederland (hierna:de reclassering) heeft geadviseerd de TBS en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met 1 (één) jaar te verlengen.
De reclassering heeft daartoe aangevoerd:
In augustus 2015 is het recidiverisico door de reclassering op de lange duur, tijdens een eventuele voorwaardelijke beëindiging, hoog ingeschat. Dit was vooral gebaseerd op het feit dat betrokkene weinig ziekte-inzicht heeft, regelmatig aangeeft te willen stoppen met de medicatie en eraan denkt om na zijn maatregel weer softdrugs te gaan gebruiken tegen zijn rugklachten. Betrokkene onttrekt zich thans niet aan behandeling en begeleiding en het toezicht daarop is/blijft uitvoerbaar. Wanneer de TBS van betrokkene onmiddellijk beëindigd zou worden, is de kans op destabilisatie groot. Alle randvoorwaarden die voor betrokkene essentieel zijn voor het handhaven van balans vallen dan weg. De reclassering verwacht dat betrokkene zijn medicatiegebruik zal staken. Zonder een professioneel netwerk is de verwachting dat betrokkene zich niet staande zal houden. Hij heeft geen adequaat sociaal netwerk om op terug te kunnen vallen en hij heeft in deze situatie niet de sociale vaardigheden en inzichten om zich staande te houden. Verwacht wordt dat betrokkene dan snel het overzicht zal verliezen en dat dit het risico op geweld doet verhogen.
Betrokkene zou graag geheel zelfstandig willen wonen en wil dit het liefst zo snel mogelijk. Begeleid wonen Emergis biedt daarin mogelijkheden, maar dat is op dit moment (voorlopig) nog niet aan de orde.
De reclassering adviseert om de maatregel TBS met voorwaardelijke beëindiging te verlengen met één jaar, onder de bestaande voorwaarden. In dit jaar kan onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheden van dagbesteding en eventueel zelfstandig begeleid wonen door Emergis. Daarnaast kan toegewerkt worden naar een traject BOPZ.
Ter zitting heeft de getuige [getuige] daaraan nog het volgende toegevoegd:
Het geheel zelfstandig wonen levert, onder meer gelet op zijn passiviteit en medicijngebruik, problemen op. Zonder enig toezicht zal betrokkene mogelijk gaan vereenzamen. Enige structuur zal er voor hem altijd wel moeten zijn.
De raadsman verzoekt de TBS-maatregel te beëindigen per 2 november 2016, maar dat is, onder meer gelet op de aan te vragen huisvesting, te vroeg. Als de TBS-maatregel er op den duur af is, is BOPZ nodig omdat het in dit geval niet verstandig is om zonder kader te werken.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

De psychiater heeft geadviseerd de TBS en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met 2 (twee) jaren te verlengen.
Psychiater H. Kondakçi heeft in zijn rapport aangevoerd:
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie van het resttype. Binnen het lopend kader wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Wanneer dit kader voortijdig wordt opgeheven, is de kans dat betrokkene zich onttrekt aan behandeling, stopt met antipsychotica en vervalt in cannabismisbruik reëel aanwezig. Beoordeeld wordt dat de kans op herhaling van een geweldsincident/delict gerelateerd is aan de kans op recidive paranoïde psychose. Op korte termijn zal het risico op gewelddadige recidive matig verhoogd zijn, en mogelijk kan dit op middellange tot lange termijn zelfs stijgen tot hoog.
Het TBS kader heeft op een doorslaggevende en noodzakelijke wijze gefaciliteerd in de behandeling en het toewerken naar resocialisatie. Er dient echter nog het nodige werk verzet te worden.
Geadviseerd wordt - om de bereikte resultaten te consolideren, om het proces van resocialisatie gefaseerd verder vorm te doen geven, om terugval te voorkomen en om het recidivegevaar te minimaliseren - het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel te verlengen. De huidige maatregel (de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging) zou met twee jaar verlengd kunnen worden. Aansluitend kan,
bij een recidief psychose waarbij betrokkene afwijzend staat tegen over hulpverlening, een BOPZ maatregel (rechterlijke machtiging) in overweging worden genomen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de TBS met één jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard een verlenging met 1 jaar niet erg te vinden. Hij geeft aan dat hij denkt dat hij nog een tweetal jaren in Goes onder toezicht zal verblijven en dat hij na verloop hiervan het liefst zelfstandig in Goes wil wonen.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen tot 2 november 2016 en hierna te bekijken of het kader van de terbeschikkingstelling nog noodzakelijk is en indien deze vraag met ja wordt beantwoord in de vordering aan te geven waar dit op gebaseerd is.

7.Het oordeel van de rechtbank

De TBS van betrokkene kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, die aanwezig was ten tijde van het delict waarvoor de TBS is opgelegd.
De rechtbank overweegt daaromtrent dat gelet op het rapport van psychiater Kondakçi nog een stoornis aanwezig is bij betrokkene. Met inachtneming van de conclusies uit de rapporten van de psychiater en de reclassering moet het recidivegevaar voortvloeiend uit die stoornis bij onmiddellijke beëindiging van de maatregel op middellange tot lange termijn als hoog worden ingeschat.
De psychiater adviseert de TBS te verlengen met twee jaar en de reclassering acht een verlenging van de TBS met één jaar aangewezen. De rechtbank ziet in het behandelde ter terechtzitting ten aanzien van het onderzoeken van de mogelijkheden voor zelfstandig begeleid wonen en een BOPZ-traject aanleiding van het advies van de psychiater af te wijken en het advies van de reclassering te volgen.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de TBS en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van [verdachte] worden verlengd met 1 (één) jaar.
Het verzoek van de verdediging om de TBS en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te verlengen tot 2 november 2016 wordt afgewezen, nu de wet alleen de mogelijkheid van verlenging van de TBS en de voorwaardelijke beëindiging met één dan wel twee jaar kent.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De beslissing berust op de artikelen 38d, 38e en 38j van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[verdachte]met
één jaar;
-verlengt de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met één jaar;
- wijst het meer of anders verzochte af
.
Deze beslissing is gegeven door mr. K.M. de Jager, voorzitter, mr. R.A. Borm en mr. M.H.M. Collombon, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier J. Buijze en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 februari 2016.