Op 18 februari 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte. De officier van justitie had op 11 januari 2016 een vordering ingediend tot verlenging van de TBS met één jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in het verleden was veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, nog steeds lijdt aan een geestelijke stoornis, namelijk schizofrenie van het resttype. Dit heeft geleid tot een hoog recidivegevaar, vooral gezien het feit dat de verdachte weinig ziekte-inzicht heeft en regelmatig aangeeft te willen stoppen met medicatie. De reclassering heeft geadviseerd om de TBS te verlengen, en ook de psychiater heeft een verlenging van de TBS met twee jaar aanbevolen. De rechtbank heeft echter besloten om de TBS met één jaar te verlengen, omdat de veiligheid van anderen dit eist. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de TBS te verlengen tot 2 november 2016 afgewezen, omdat de wet alleen verlenging met één of twee jaar toestaat. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d, 38e en 38j van het Wetboek van Strafrecht.