Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juli 2015
- de akte houdende vermeerdering van eis en rectificatie van een fout in de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie
- het tussenvonnis van 4 november 2015
- de door Hanse Staalbouw B.V. in het geding gebrachte productie 15 en 16
- het proces-verbaal van comparitie van 25 januari 2016
2.De feiten
“Het leveren en aanbrengen van bouwstaalmatten .. (Rb.: enz.)”
Door de hoofdaannemer zal aan de zijde van de bouwstraat (zijde Boezemweg) een deel van de gevel worden open gehouden ten behoeve van het naar binnen steken van de giek + leidingwerk en het aan- en afvoeren van de vlindermachines.”
- (RB enz…)
- Aanbrengen van beton C28/35 XC2
- Aanbrengen, uitvlakken en verdichten van de betonmortel
- Het monoliet bewerken van de betonvloer (vlinderen)
- Nabehandelen van de vloer met curing-compound
- Vlakheid volgens NEN 2747 vlakheidsklasse 5”
De aanwezige onvolkomenheden zijn bovenmatig. Ofschoon NEN 2743 niet tussen onderaannemer en hoofdaannemer niet werd overeengekomen staat daarin wel een maat voor de toegestane hoeveelheid van dergelijke onvolkomenheden. Deze maat wordt dermate ruim overschreden, dat herstel van de onvolkomenheden door de aanvrager verlangd kan worden. Deze zelfde NEN 2743 geeft ook aan dat dergelijk herstel mag worden uitgevoerd door plaatselijke reparaties, waarbij voor dit werk geen esthetische eisen zijn overeengekomen en kleur- en lichte structuurverschillen daarom zijn toegestaan.
2.4. Hanse Staalbouw B.V. heeft uiteindelijk door Syncop een kunststofvloer laten aanbrengen over de betonvloer die Blok en Butler B.V. had aangebracht. Over het inschakelen van Syncop is e-mailcorrespondentie geweest. Hanse Staalbouw B.V. heeft de offerte van Syncop op 1 april 2015 doorgestuurd naar Blok en Butler B.V.. Blok en Butler B.V. heeft op 7 april 2015 gereageerd met de mededeling dat een kunststofvloer niet nodig is en dat zij het herstel door Syncop niet accepteert omdat er een volledige kunststofvloer komt in plaats van een betonvloer. Zij blijft in die e-mail bij haar aanbod de gaatjes in de vloer met haar methode te vullen.
Hanse Staalbouw B.V. reageert daarop met een e-mail van 14 april 2015. De vloer moet voor 1 mei 2015 klaar zijn en er moet een opdracht komen aan Syncop. Blok en Butler B.V. heeft daarop aangeboden mensen ter beschikking van Syncop te stellen. De volgende dag deelt Hanse Staalbouw B.V. per e-mail mee dat haar opdrachtgever de vloer niet accepteert en dat zij Syncop de opdracht geeft. De aanneemsom van Blok en Butler B.V. zal met deze kosten verminderd worden. Blok en Butler B.V. reageert daarop in een e-mail van 16 april 2015 dat zij niet akkoord is met de verrekening en zij herhaalt het aanbod mensen ter beschikking te stellen. Hanse Staalbouw B.V. reageert op 20 april 2015. Zij schrijft dat incidenteel bijwerken neerkomt op het bijwerken van de gehele vloer. Vervolgens schrijft zij:
“Julie hebben een aantal maal getracht met diverse materialen de vloer te herstellen dit is mislukt vervolgens hebben we naar aanleiding van het gesprek bij ons op kantoor d.d. 27 maart 2015 gezamenlijk gevraagd dat Syncop een proefstuk zou opzetten. Deze hebben dat vervolgens voor beide mogelijke oplossingen gedaan en is er gekozen voor de oplossing met de cementgebonden gietvloer. Gezien de oplopende de gevolgschade zijn we genoodzaakt actie te ondernemen door Syncop de opdracht te geven voor het herstel van de vloeren.
Syncop gaat de vloer herstellen zoals weergegeven in de mail van 15 april 2015, indien jullie eigen mankrachten hiervoor in willen schakelen dan kunnen jull8ie dit zelf regelen met Syncop. (Rb:enz)
Wel willen we nogmaals herhalen dat wij genoodzaakt zijn jullie aansprakelijk te stellen voor de kosten van de geleden schade als gevolg van de slecht afgeleverde vloer.”
2.5. Blok en Butler B.V. heeft ten behoeve van het herstel diverse proefvlakken met een verschillende coating gemaakt die door Hanse Staalbouw B.V. zijn afgekeurd omdat de gaten en onvolkomenheden zichtbaar bleven.
3.Het geschil
in conventie
Blok en Butler B.V. stelt dat zij een overeenkomst van aanneming van werk met Hanse Staalbouw B.V. heeft gesloten tot het leveren en aanbrengen van twee verdiepingen betonvloer overeenkomstig een door Blok en Butler B.V. uitgebrachte offerte. Afgesproken is dat de vloer vlakheidsklasse 5 moest hebben. Op het werk zijn de branchevoorwaarden van toepassing
Hanse Staalbouw B.V. heeft de eerste factuur betaald, de twee facturen die daarna zijn gezonden zijn onbetaald gebleven. Omdat Hanse Staalbouw B.V. niet tevreden was over de kwaliteit van de geleverde vloer is in onderling overleg een deskundige ingeschakeld. Zijn rapport is in het geding gebracht. Blok en Butler B.V. heeft in een e-mail van 7 april 2015 aangeboden de gaatjes te vullen overeenkomstig de constateringen van de deskundige. Zij is niet meer toegelaten tot dit herstel. Een ingebrekestelling heeft zij nooit ontvangen.
Het probleem voor Hanse Staalbouw B.V. was dat zij met haar opdrachtgever een andere kwaliteit vloer had afgesproken dan met Blok en Butler B.V.
Blok en Butler B.V. heeft vervolgens de gelegenheid gekregen tot herstel, maar zij bleek daartoe niet in staat.
Hanse Staalbouw B.V. stelt dat het rapport dat door TBA is opgemaakt, bevestigt dat het werk ondeugdelijk was. De aanwezige onvolkomenheden waren bovenmatig. De in het rapport genoemde NEN norm is hier niet van toepassing. Partijen waren het erover eens dat de vloer niet goed was.
Zij heeft daarop een ander bedrijf, Syncop, gevraagd advies te geven over herstel van de vloer. Omdat Blok en Butler B.V. aan Syncop geen opdracht wilde geven de werkzaamheden uit te voeren, heeft Hanse Staalbouw B.V. dat gedaan. Blok en Butler B.V. was alleen bereid mensen ter beschikking te stellen.
Bij e-mail van 15 april 2015 heeft Hanse Staalbouw B.V. Blok en Butler B.V. aansprakelijk gesteld voor de schade en meegedeeld dat de kosten en schade in mindering gebracht zullen worden op de aanneemsom.
Hanse Staalbouw B.V. betwist dat Blok en Butler B.V. niet meer is toegelaten tot het werk.
Zij betwist dat zij met haar opdrachtgever andere afspraken over de kwaliteit van de vloer heeft gemaakt dan met Blok en Butler B.V.
Hanse Staalbouw B.V. was overigens zelf in gebreke omdat zij de factuur van Blok en Butler B.V. niet tijdig binnen dertig dagen had betaald.
Hanse Staalbouw B.V. heeft Blok en Butler B.V. gehinderd bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. Zij heeft de vloeren moeten aanbrengen toen het gebouw nog niet wind- en waterdicht was. Daardoor konden oneffenheden ontstaan die zij bereid was weg te werken. Syncop wilde een hele kunststofvloer aanbrengen en dat viel buiten het herstel.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
Uit het rapport blijkt dat Blok en Butler B.V. een vloer heeft gelegd met een vlakheid van klasse 5, zoals overeengekomen. Daarmee heeft zij op dat punt voldaan aan de overeenkomst.
Een tweede eis was dat het beton monolitisch afgewerkt moest worden. Partijen zijn het er over eens dat geen gladde betonvloer is ontstaan. Het rapport van TBA bevestigt dit.
Partijen zijn het vervolgens niet eens geworden over het vervolg. Blok en Butler B.V. wilde de onvolkomenheden repareren, waarbij de reparaties zichtbaar zouden blijven, Hanse Staalbouw B.V. was niet tevreden met de door Blok en Butler B.V. voorgestelde oplossingen.
Tussen partijen was een vlakheidsklasse 5 overeengekomen. De deskundige van TBA constateert dat deze vlakheidsklasse is geleverd. De vloer vertoonde wel onvolkomenheden. De deskundige overweegt hierover als volgt: “Ofschoon NEN 2743 niet tussen onderaannemer en hoofdaannemer niet werd overeengekomen staat daarin wel een maat voor de toegestane hoeveelheid van dergelijke onvolkomenheden. Deze maat wordt dermate ruim overschreden, dat herstel van de onvolkomenheden door de aanvrager verlangd kan worden. Deze zelfde NEN 2743 geeft ook aan dat dergelijk herstel mag worden uitgevoerd door plaatselijke reparaties, waarbij voor dit werk geen esthetische eisen zijn overeengekomen en kleur- en lichte structuurverschillen daarom zijn toegestaan” .
Blok en Butler B.V. heeft diverse voorstellen gedaan om de vloer op de door de deskundige beschreven wijze egaal te maken. Reparaties zouden daarbij zichtbaar blijven. Dat was niet de vloer waar Hanse Staalbouw B.V. genoegen mee wilde nemen. Zij was zelf met haar opdrachtgever een NEN-norm 2747 overeengekomen.
Het is niet komen vast te staan dat dit door Blok en Butler B.V. voorgestelde herstel onvoldoende was, in het licht van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Achteraf kan niet meer worden nagegaan of het voorgestelde herstel tot een te accepteren resultaat zou hebben geleid. Er ligt nu een kunststoflaag over de vloer. Deze laag is in opdracht van Hanse Staalbouw B.V. opgebracht door Syncop. Omdat niet vaststaat dat Blok en Butler B.V. in gebreke was, een in gebrekestelling is ook nooit verzonden, moet Hanse Staalbouw B.V. zelf de kosten van Syncop dragen.
Deze proceskosten zijn in conventie: