Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
€ 519,40 (excl. BTW);
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 december 2016 een beschikking gegeven inzake de instelling van een beschermingsbewind en mentorschap voor een rechthebbende, geboren te Breda. Het verzoek is ingediend door de dochters van de rechthebbende, die zich zorgen maken over de geestelijke toestand van hun moeder, bij wie de diagnose Alzheimer is gesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2016 was de rechthebbende niet aanwezig, maar haar dochters en de voorgestelde bewindvoerder en mentor waren wel aanwezig. De rechthebbende heeft aangegeven niet akkoord te gaan met het verzoek en vindt het eng dat haar dochters dit hebben aangevraagd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende als gevolg van haar geestelijke toestand niet in staat is om haar belangen van vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke aard behoorlijk waar te nemen. De voorgestelde bewindvoerder en mentor zijn professioneel en voldoen aan de kwaliteitseisen. De kantonrechter heeft de beloning voor de bewindvoerder en mentor vastgesteld en hen verplicht om jaarlijks verslag uit te brengen aan de kantonrechter. De beschikking is ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat er een bewind wordt ingesteld over alle goederen van de rechthebbende en dat er een mentorschap wordt ingesteld. De kantonrechter heeft de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van zowel de bewindvoerder als de mentor vastgesteld op € 519,40 exclusief BTW, en de jaarbeloning overeenkomstig de geldende regeling. De griffier is opgedragen deze uitspraak in te schrijven in het register.