2.1.Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. Andros is een aanbieder van medisch-specialistische gezondheidszorg, specifiek op het gebied van de urologie. Andros exploiteert praktijken die zijn gericht op mannen (‘Andros Mannenkliniek’) en praktijken die zijn gericht op vrouwen (‘Gynos Vrouwenkliniek’). De door Andros verleende zorg komt in beginsel op grond van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) voor vergoeding uit het basispakket van verzekerde zorg in aanmerking.
b. Gedaagden zijn landelijk opererende zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, aanhef
en onder b, van de Zvw. Zij sluiten met particulieren wettelijk verplichte zorgverzekeringen in de zin van artikel 1 onder d van de Zvw. Particulieren met een naturaverzekering hebben recht op zorgverlening in natura, die door CZ wordt ingekocht en betaald. Particulieren met een restitutieverzekering wenden zich tot een zorgaanbieder van hun eigen keuze en kunnen de betaalde medische kosten naderhand declareren bij CZ. Indien een verzekerde met een restitutiepolis zich wendt tot een door CZ gecontracteerde zorgaanbieder, worden de kosten van de verleende zorg door de zorgaanbieder vaak rechtstreeks bij CZ gedeclareerd.
c. Ten behoeve van haar naturaverzekerden koopt CZ jaarlijks medische zorg in. Sedert jaren sluit Andros in dat kader elke keer een zorgovereenkomst met CZ.
d. In de zorgovereenkomst wordt geregeld hoe de kosten van de verleende zorg aan natura- en restitutieverzekerden van CZ worden afgerekend tussen CZ en de zorgaanbieder. Deze regeling over de afrekening van zorg heeft betrekking op alle verzekerden van CZ, ongeacht het type zorgpolis. Artikel 1 onder e van Deel II (Algemeen Deel) van de zorgovereenkomst 2012 definieert een verzekerde in de zin van de zorgovereenkomst als volgt:
‘De persoon die een overeenkomst van zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en/of een aanvullende zorgverzekeringsovereenkomst heeft gesloten met de zorgverzekeraar, en die recht heeft op de in die overeenkomst omschreven zorg in natura, dan wel op gehele of gedeeltelijke restitutie van de kosten van die zorg.’
e. Met ingang van 2012 krijgen ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra zoals Andros niet meer een vast bedrag per jaar voor de totale zorgverlening (‘lumpsum”), maar krijgen zij voor elke afzonderlijk declarabele prestatie in het zorgtraject van een individuele patiënt (“DOT-zorgproduct”) een bedrag vergoed. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars maken in dat verband onderling afspraken over prijs en hoeveelheid (volume) van de te verlenen zorg. Die afspraken worden neergelegd in de zorgovereenkomsten. Om de totale uitgaven voor medische zorg te drukken maken sinds 2012 zogenaamde zorgplafonds onderdeel uit van de meeste zorgovereenkomsten.
f. Artikel 2 van de bijlage bij Deel II (Algemeen Deel) van de zorgovereenkomst 2012 luidt:
‘Het zelfstandig behandelcentrum kan de in 2012 geleverde DBC-zorgproducten declareren tegen de in DBC Services vastgelegde tarieven tot het overeengekomen zorgkostenplafond. Het maximale omzetbedrag dat het ZBC kan declareren voor het A-segment, B-segment en het OVP-segment is 578.819,09 is euro.
Indien het ZBC meer omzet declareert dan bovengenoemd bedrag, zal de zorgverzekeraar het teveel betaalde bedrag als totaalbedrag verrekenen.’
Artikel 3 onder H van Deel II (Algemeen Deel) van de zorgovereenkomst 2012 luidt:
‘
H. Volume
1. Als het ZBC is aangesloten bij DBC-services, gelden de door beide partijen geaccordeerde actuele tarieven en volumes die via DBC-services te raadplegen zijn (zie bijlage 1).
2. Het ZBC plant het overeengekomen zorgvolume evenredig verspreid over het jaar waarop deze overeenkomst betrekking heeft. Het ZBC gaat hierbij uit van gepast gebruik van zorg. Het overeengekomen zorgvolume betreft het aantal gedeclareerde DBC-zorgproducten waarvan het subtraject is geopend in 2012.
3. De zorgverzekeraar vergoedt de door het ZBC geleverde zorg tot het overeengekomen zorgvolume. Het ZBC zal tijdig met de zorgverzekeraar contact opnemen als het volume de gemaakte afspraken dreigt te overschrijden.
4. Indien blijkt dat er meer volume en/of omzet is gedeclareerd dan overeengekomen, zal het teveel betaalde bedrag door de zorgverzekeraar bij het ZBC als totaalbedrag worden verrekend. Het overeengekomen maximale omzetbedrag is opgenomen in bijlage 1, onderdeel 2.’
g. Bij brief van 11 december 2013 heeft CZ aan Andros bericht dat Andros haar zorgplafond voor het jaar 2012 heeft overschreden met een bedrag van € 84.719,23. CZ heeft Andros verzocht dit bedrag terug te betalen, bij gebreke waarvan automatisch verrekend zal worden met declaraties die CZ van Andros ontvangt ter zake van door Andros aan CZ-verzekerden verleende zorg. Tegen die terugvordering heeft Andros bezwaar gemaakt.
h. Bij brief van 1 september 2014 heeft CZ Andros een herberekening gestuurd van het bedrag waarmee het zorgplafond voor 2012 zou zijn overschreden. In die berekening is CZ uitgegaan van een totale overschrijding van € 169.450,04. Bij brief van 20 maart 2015 is de overschrijding herberekend op € 191.368,64. Met deze herberekeningen is Andros het ook niet eens. Vervolgens heeft CZ het gevorderde bedrag feitelijk verrekend met nieuwe declaraties van Andros in 2015 en 2016.
i. Bij brief van 29 mei 2015 heeft CZ Andros meegedeeld dat Andros haar zorgplafond voor het jaar 2013 heeft overschreden met een bedrag van € 132.726,53. CZ heeft Andros verzocht dit bedrag binnen twee weken terug te betalen, bij gebreke waarvan automatisch verrekend zal worden met declaraties die CZ van Andros ontvangt ter zake van door Andros aan CZ-verzekerden verleende zorg. Op 2 juni 2016 is deze overschrijding herberekend op het bedrag van € 100.877,74. Ook tegen die vordering heeft Andros bezwaar gemaakt.