In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door zijn vader, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht. De eiser, geboren op 2 september 1998, heeft een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor jeugdhulp in de vorm van individuele begeleiding op grond van de Jeugdwet. Het college heeft echter besloten dat de door de moeder van de eiser verleende zorg als gebruikelijke zorg wordt beschouwd, waarvoor geen indicatie wordt verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de zorg van de ouders als gebruikelijke zorg kan worden aangemerkt en dat het college de concrete situatie van de eiser niet adequaat heeft getoetst aan de geldende richtlijnen. De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college vernietigd en zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat de eiser recht heeft op extra begeleiding door zijn moeder gedurende 1 uur per dag tegen een tarief van € 20,- per uur in de vorm van een pgb. Tevens is het college opgedragen het griffierecht aan de eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.