ECLI:NL:RBZWB:2016:6742
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens huurachterstand en gebreken aan de woning
In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 19 oktober 2016 uitspraak gedaan over de ontbinding van de huurovereenkomst tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J. Nieuwenhuijse, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege huurachterstand en het niet verlenen van toegang tot de woning voor herstelwerkzaamheden. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. L.E. van Hevele, betwistte de vordering en stelde dat eiser zijn verplichtingen niet was nagekomen, waaronder het herstellen van gebreken aan de woning.
De kantonrechter overwoog dat gedaagde sinds december 2013 de woning huurde en dat er een huurachterstand was ontstaan. Eiser had meerdere keren aangeboden gebreken te herstellen, maar gedaagde had hem de toegang tot de woning ontzegd. De rechter oordeelde dat gedaagde geen recht had op opschorting van de huurbetalingen, omdat eiser bereid was gebreken te verhelpen. De ontbindingsgrond van dringend eigen gebruik werd ingetrokken, waardoor deze niet meer ter sprake kwam.
De kantonrechter besloot de huurovereenkomst te ontbinden en gedaagde te veroordelen de woning binnen veertien dagen te ontruimen. De vordering tot betaling van achterstallige huur werd gedeeltelijk toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen. Gedaagde werd als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad.