Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
vonnis van de kantonrechter d.d. 19 oktober 2016
CALL2COLLECT B.V.,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 19 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Direct Pay Services B.V. (DPS) en een gedaagde partij. DPS, als rechtsopvolger van CALL2COLLECT B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 91,57, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, op basis van een koopovereenkomst die was gesloten via het Tommy Teleschopping Callcenter. De gedaagde betwistte echter de ontvangst van de bestelde producten, Lizz facelift serum en Lizz mouth Contour crème, en heeft om die reden betaling van de factuur achterwege gelaten.
De procedure begon met een dagvaarding op 22 juni 2016, gevolgd door schriftelijke antwoorden en een conclusie van repliek. De kantonrechter oordeelde dat DPS, als rechthebbende door cessie, de gedaagde in rechte mocht betrekken. Echter, na de betwisting van de ontvangst van de producten door de gedaagde, lag de bewijslast bij DPS om aan te tonen dat de producten daadwerkelijk waren afgeleverd en ontvangen door de gedaagde. DPS presenteerde een overzicht waaruit zou blijken dat het pakket was bezorgd, maar dit bewijs was onvoldoende om aan te tonen dat de gedaagde het pakket ook daadwerkelijk had ontvangen.
De kantonrechter concludeerde dat DPS niet had aangetoond dat de gedaagde de producten had ontvangen en dat de vordering om deze reden moest worden afgewezen. Bovendien werd DPS, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot dat moment op nihil werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. van Voorthuizen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.