In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, waarin zijn verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is afgewezen. Eiser had op 16 juli 2015 verzocht om openbaarmaking van diverse stukken, maar het college stelde dat de gevraagde informatie niet beschikbaar was in documenten. De rechtbank heeft op 15 september 2016 uitspraak gedaan en geoordeeld dat het college het Wob-verzoek niet juist heeft opgevat. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde documenten, zoals facturen en overeenkomsten, onder het Wob-verzoek vallen en dat het college ten onrechte heeft gesteld dat het niet over deze documenten beschikt. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het ook moet beslissen op het verzoek om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten van eiser vastgesteld op € 992,- en het griffierecht van € 168,- aan eiser vergoed.