In deze beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 9 september 2016, wordt een verzoek behandeld van een tijdelijk voogdes tot het instellen van een meerderjarigenbewind en mentorschap over een minderjarige, die op het punt staat meerderjarig te worden. De kantonrechter beoordeelt de ontvankelijkheid van het verzoek en de wettelijke grondslagen, waarbij de wilsbekwaamheid en de geschiktheid van de voorgestelde bewindvoerder en mentor aan de orde komen. De kantonrechter stelt vast dat de minderjarige als gevolg van een geestelijke toestand niet in staat is om zijn belangen zelf te behartigen, wat de noodzaak van het bewind en mentorschap onderstreept.
De kantonrechter legt een jaarlijkse rapportageplicht op aan de professionele mentor en kent een beloning toe aan zowel de bewindvoerder als de mentor. Tevens wordt de beschikking gepubliceerd in het Centraal Curatele- en Bewindsregister. De kantonrechter benadrukt het belang van de zelfredzaamheid van de rechthebbende en wijst op de wens van de rechthebbende om terug te keren naar Bonaire, wat door de kantonrechter wordt meegenomen in de overwegingen. De beschikking wordt gegeven door mr. W.E.M. Verjans, waarbij het hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak kan worden ingesteld.