Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
HAIMIN MA,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele vordering strekkende tot zekerheidstelling voor proceskosten ex artikel 224 Rv
- de conclusie van antwoord in het incident.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben de eiseressen, HONG KONG JH LIMITED en BEIJING ZHONGCHUANG SHENGSHI INVESTMENT CO LTD, een incidentele vordering ingediend tot zekerheidstelling voor proceskosten op grond van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eiseressen vorderen dat de gedaagden, FREEDOM INTERNATIONAL ENGINEERING & TRADING B.V. en FREEDOM REAL ESTATE B.V., worden veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten, met een voorkeur voor een afroepgarantie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden gevestigd zijn in China en dat zij geen beroep hebben gedaan op de uitzonderingen van artikel 224 Rv, waardoor de vordering tot zekerheidstelling toewijsbaar is.
De rechtbank heeft de hoogte van de gevorderde zekerheidstelling beoordeeld en vastgesteld dat BZSI c.s. een bedrag van € 5.223,-- dient te stellen. Dit bedrag is gebaseerd op de griffierechten en de kosten van de advocaat. De rechtbank heeft bepaald dat de zekerheid moet worden gesteld door middel van een storting op de derdengeldenrekening van de advocaat van Freedom c.s. en heeft een termijn van zes weken gesteld voor het stellen van deze zekerheid. De beslissing omtrent de kosten van het incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 7 september 2016 voor verdere procedurele stappen.