In deze zaak vorderde de curator, mr. Folkert Tjerk Hiemstra, in het faillissement van Zuid-West Projecten B.V. (ZWP) betaling van een bedrag van € 82.354,69 van de gedaagde, die als feitelijk bestuurder van ZWP werd beschouwd. De curator stelde dat de gedaagde een privéschuld aan een derde, [naam X], had laten betalen door ZWP, wat leidde tot onrechtvaardigde verrijking van de gedaagde en verarming van ZWP. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde inderdaad feitelijk bestuurder was en dat de betalingen aan [naam X] door ZWP onterecht waren gedaan, aangezien deze betalingen de privéschuld van de gedaagde betroffen. De rechtbank wees de vordering van de curator toe, inclusief wettelijke rente, maar wees de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de proceskosten en beslagkosten. De uitspraak werd gedaan op 3 augustus 2016 door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit.