ECLI:NL:RBZWB:2016:406
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting horecapand op basis van Opiumwet
Op 21 november 2015 zijn in een horecapand 64 XTC-pillen aangetroffen, wat volgens de Opiumwet wijst op handel in harddrugs. De burgemeester van Roosendaal heeft daarop besloten het pand per 17 december 2015 voor drie jaar te sluiten. De eigenaar van het pand heeft bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 21 januari 2016 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van de verzoeker gehoord, die stelde dat de aangetroffen drugs niet voor verkoop waren bestemd en dat de sluiting onredelijk was. De burgemeester heeft toegezegd vóór 17 maart 2016 op het bezwaar te beslissen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende redenen waren om de sluiting van het pand te schorsen, hoewel er twijfels bestonden over de duur van de sluiting. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester bevoegd was om het pand te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet en dat een sluiting van minimaal drie maanden in een eventuele bodemprocedure stand kan houden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd aan de burgemeester.