ECLI:NL:RBZWB:2016:403

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
4413557 MZ VERZ 15-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een dwangbevel na verzet door betrokkene

Op 7 januari 2016 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans in de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Bergen op Zoom een beschikking gegeven in een verzetprocedure tegen een door de officier van justitie te Leeuwarden uitgevaardigd dwangbevel. Betrokkene, die in persoon ter zitting verscheen, had verzet aangetekend tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig was ingediend en dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij heeft geprobeerd het probleem op te lossen na ontvangst van een sanctie van de RDW. Betrokkene heeft zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij na een aanhouding op 9 februari 2015 contact heeft opgenomen met All Secure om het probleem van een niet-verzekerde auto op te lossen. Ondanks zijn inspanningen is hij in een systeem van registercontroles terechtgekomen, wat leidde tot meerdere sancties.

De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie in redelijkheid niet tot het uitvaardigen van het dwangbevel had kunnen komen, gezien de door betrokkene geschetste situatie en de onderbouwing daarvan. Het verzet werd gegrond verklaard en het dwangbevel werd vernietigd. De kantonrechter verzocht de officier van justitie om de door betrokkene aangevoerde verweren en de verschillende zaken in samenhang te bekijken en tot een passende oplossing te komen. Tevens werd het griffierecht, voor zover betaald, aan betrokkene terugbetaald. De zaak werd doorverwezen naar de officier van justitie (CVOM) voor verdere behandeling van het beroepschrift van betrokkene tegen de inleidende beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknummer: [zaaknummer]
CJIB-nummer: [kenmerk]
uitspraak: 7 januari 2016
Beslissing
Op de in het openbaar gehouden zitting van 7 januari 2016 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door mr. J.M.P. Van Eekelen als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het verzet dat is gedaan tegen de tenuitvoerlegging van het door de officier van justitie te Leeuwarden uitgevaardigde dwangbevel met bovenvermeld CJIB-nummer.
Het verzetschrift is ingediend door:
naam: : [betrokkene]
adres : [adres betrokkene]
woonplaats : [woonplaats betrokkene]
,nader ook te noemen: betrokkene,
--------------------
Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen.
Betrokkene heeft verzet gedaan en daartoe aangevoerd hetgeen in het verzetschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft betrokkene medegedeeld de gronden van het verzet te handhaven en hier nog aan toegevoegd dat door roodstand All Secure één betaling niet heeft kunnen incasseren. Betrokkene stelt dat hij na ontdekking meteen heeft betaald en contact heeft opgenomen met All Secure. Betrokkene stelt er hierna van uit te zijn gegaan dat het probleem was opgelost. Betrokkene geeft aan dat hij vervolgens alsnog eind november een sanctie toegestuurd heeft gekregen en dat All Secure de deurwaarder naar hem toe stuurde. Na het aanschrijven van de deurwaarder is gebleken dat All Secure de zaken terug had getrokken en dat de deurwaarder het dossier zou sluiten. Betrokkene stelt dat hij op 9 februari 2015 werd aangehouden omdat zijn auto niet verzekerd was. Hij geeft aan dat hij toen de kans heeft gekregen om binnen 14 dagen een 34-WAM-verklaring te tonen. Betrokkene stelt contact op te hebben genomen met All Secure en aan te hebben geboden langs te komen. Dit werd geweigerd. Betrokkene stelt het probleem op te hebben willen lossen en heeft de mailcorrespondentie bijgevoegd. Tot slot geeft betrokkene aan dat hij inmiddels al drie boetes van de RDW heeft gekregen.
De officier van justitie heeft bij brief van 3 november 2015 een schriftelijk commentaar op het verzet overgelegd, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.

1.De beoordeling

Het verzet is tijdig gedaan.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft betrokkene voldoende aannemelijk gemaakt dat hij naar aanleiding van de brief van de RDW heeft getracht het probleem op te lossen. Daarbij heeft de kantonrechter de uitgebreide mailcorrespondentie van betrokkene, zoals ook deels is toegevoegd in het dossier, in aanmerking genomen. Ondanks alle pogingen van betrokkene om het probleem op te lossen, is betrokkene in een systeem van registercontroles terechtgekomen waardoor meerdere sancties opgelegd zijn.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de door betrokkene geschetste situatie en de daarbij getoonde onderbouwing voldoende is gebleken dat de officier van justitie in redelijkheid niet tot het uitvaardigen van een dwangbevel had kunnen komen.
Het verzet dient derhalve gegrond te worden verklaard, met vernietiging van het tegen betrokkene uitgevaardigde dwangbevel.
De kantonrechter verzoekt de officier van justitie met klem de door betrokkene gevoerde verweren en de verschillende zaken in samenhang te bekijken en voor alle zaken tot een passende oplossing te komen.
Aangezien uit het verzetschrift inhoudelijke bezwaren tegen de inleidende beschikking blijken, dient het verzetschrift te worden aangemerkt als een beroepschrift en zal de kantonrechter dit beroepschrift met de stukken van het geding doorzenden aan de officier van justitie (althans het CVOM), teneinde deze in staat te stellen om op dat beroep een beslissing te nemen. De officier van justitie dient daarbij een kopie van de inleidende beschikking bij het CJIB op te vragen en aan betrokkene te overhandigen, betrokkene in de gelegenheid te stellen tot aanvulling van de gegevens vermeld in artikel 6 tweede lid Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en, voor zover vereist, betrokkene te horen.

2.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het verzet gegrond;
- vernietigt het tegen betrokkene uitgevaardigde dwangbevel;
- bepaalt dat het griffierecht, voor zover betaald, aan betrokkene dient te worden terugbetaald;
- verwijst de zaak naar de officier van justitie (CVOM) teneinde op het beroepschrift van betrokkene tegen de inleidende beschikking een beslissing te nemen.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 januari 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
Bent u het met de beslissing op uw verzet niet eens, dan kunt u binnen twee weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beschikking hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, team kanton, locatie Bergen op Zoom, (Postbus 118, 4600 AC Bergen op Zoom) en dient door degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Na indiening van het beroepschrift krijgt u een ontvangstbevestiging. Daarin staat ook de termijn waarbinnen u opnieuw griffierecht dient te betalen en zekerheid dient te stellen, wil uw beroep ontvankelijk zijn.
Datum toezending beschikking: