3.1.In de hiervoor genoemde strafzaak wordt aan verzoekster het misdrijf van moord dan wel doodslag (al dan niet tezamen in vereniging met een ander of anderen gepleegd) tenlastegelegd.
02/313374 HA RK 16-54pagina 2
Na eerdere pro forma behandelingen van de zaak op 16 december 2015 en 23 februari 2016, is de behandeling, eveneens pro forma, voortgezet ter zitting van 15 maart 2016. Verzoekster is
daarbij niet verschenen. Namens verzoekster is op die zitting de strafkamer gewraakt. Blijkens het proces-verbaal is het verloop van die zitting als volgt geweest.
“Voordatde voorzitteraan enige formaliteit kan toe komen, staat de raadsman van verdachte op en deelt mede: Ik heb een punt van orde. Er zit een hele afvaardiging van de politie in de zaal, terwijl de familie van mijn cliënte op de publieke tribune heeft moeten plaatsnemen. De politie heeft geen enkel belang in deze zaak, maar haar familie heeft wel een belang.
Deofficier van justitiedeelt mede: Ik vind niet dat de politie naar boven moet, maar ik heb er geen bezwaar tegen als de familie van verdachte [verzoekster] in de zaal plaatsneemt.
De rechtbank trekt zich terug in raadkamer. Na beraad deelt de voorzitter mee dat als volgt zal worden beslist.
De rechtbank gaat over de orde in de zittingszaal. Gezien het feit dat de nabestaanden van het slachtoffer in de zaal zitten, is het beter dat de familie van verdachte op de publieke tribune plaats neemt.
Voordatde voorzitteris uitgesproken staat de raadsman op en onderbreekt de voorzitter voor een nieuw punt van orde.
De raadsman van verdachtedeelt mede:
U moet het niet omdraaien. Het gaat om het belang van mijn cliënte en niet van de nabestaanden van het slachtoffer. Het belang van mijn cliënte is groter. Zij staat hier vandaag terecht, haar familie heeft dus belang om vandaag aanwezig te zijn in de zittingszaal en de zaak goed te kunnen volgen. De nabestaanden van het slachtoffer moeten maar op de publieke tribune gaan zitten, zodat de familie van mijn cliënte in de zaal kunnen gaan zitten.
De voorzittervraagt aande raadsmanwaar zijn cliënt vandaag is, als het belang zo groot is.
De raadsman van verdachtedeelt mede:
Ik wil dat u die opmerking terugneemt. U vraagt mij niet op een neutrale wijze waarom mijn cliënte er vandaag niet is. Als u alleen zou vragen waarom zij er niet is, zou ik daar antwoord op kunnen geven. U heeft nu uw mening al klaar. Indien u uw opmerking niet terugneemt, is sprake van vooringenomenheid ten aanzien van mijn cliënte en dat is onacceptabel.
De voorzitterdeelt mede:
Ik neem de opmerking niet terug. Als dat uw mening is, moet u mij maar wraken.
De raadsman van verdachtedeelt mede:
Dan wraak ik u.
De voorzitterdeelt mede dat de zaak dan in afwachting van een beslissing van de wrakingskamer zal worden aangehouden voor maximaal drie maanden.
De voorzitter vraagt de raadsman of hij alleen de voorzitter of de gehele meervoudige kamercombinatie wraakt.
De raadsman van verdachtedeelt daarop mede:
Ik wraak de gehele meervoudige kamercombinatie.
De voorzitterverzoektde raadsmanom aan te geven op welke gronden hij de gehele meervoudige kamercombinatie wraakt.
02/313374 HA RK 16-54pagina 3
De raadsman van verdachtedeelt mede.
Uit de beslissing na beraad in raadkamer om de familie van mijn cliënte niet toe te laten in zittingszaal blijkt van vooringenomenheid.”