Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 januari 2016 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van de op 29 maart 2016 gehouden comparitie;
- de door [eisers] voorafgaande aan de comparitie toegezonden producties 19 en 20.
2.Het geschil
- [eisers] te gebieden de ramen in de woning van [eisers] aan de zijde van het perceel van [eisers] te verwijderen of deze ramen vaststaand en ondoorzichtig te maken, wat dit ondoorzichtig maken betreft primair door de ramen te voorzien van mat glas en, subsidiair, door deze ramen te beplakken met ondoorzichtig folie, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- [eisers] te gebieden om de noodafvoeren van het hemelwater van de aanbouw bij de woning van [eisers] die rechtstreeks op het perceel van [eisers] afwateren te verwijderen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- [eisers] te veroordelen in de kosten van het geding.