ECLI:NL:RBZWB:2016:3506
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de onredelijkheid van contractuele bedingen in consumentenovereenkomsten
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 27 januari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Brugman Keukens & Badkamers B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft de vraag of artikel 12 van de CBW-voorwaarden, dat een consument verplicht om bij annulering van een overeenkomst 30% van de aankoopsom te betalen, als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen de richtlijn 93/13/EEG inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten betrokken en vastgesteld dat hij ambtshalve moet onderzoeken of het beding oneerlijk is. De rechter concludeert dat het beding niet oneerlijk is, omdat het tot stand is gekomen in samenwerking met de Consumentenbond en rekening houdt met de belangen van de consument. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Brugman tot betaling van € 943,-- met de niet betwiste rente toewijsbaar is, evenals de vordering tot vergoeding van incassokosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Brugman zijn begroot op € 745,47, inclusief het salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.