Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 26 mei 2016 van de meervoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser1], eiseres (in de zaken 15/6202 en 15/6203),
[naam eiser2], eiseres (in de zaak 15/6202),
[naam eiser3]eiseres (in de zaak 15/6203),
[naam eiser4], eiseres (in de zaak 15/4503),
[naam eiser5]eiseres (in de zaak 15/6203),
[naam eiser6], eiseres (in de zaak 15/6205),
[naam eiser7], eiseres (in de zaak 15/6205),
[naam eiser8], eiser (in de zaak 15/6205),
[naam eiser9], eiseres (in de zaak 15/6205),
[naam eiser10]eiseres (in de zaak 15/6206),
[naam eiser11], eiseres (in de zaak 15/6207),
[naam eiser12], eiser (in de zaak 15/6207),
[naam eiser13], eiseres (in de zaak 15/6207), en
[naam eiser14]eiseres (in de zaken 15/6205, 15/6206 en 15/6207),
het hoofd van de Afdeling dienstverlening van de gemeente Veere, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Nederlandse Jurisprudentie1998/97, en wordt door partijen ook wel aangeduid als het “Portacabin-arrest”.
externerechtsgevolgen heeft.
externrechtsgevolg.