2.2Bij voormeld verzoekschrift hebben partijen gezamenlijk gevraagd om goedkeuring van de hiernavolgende (afwijkende) bedingen in de zin van artikel 7:291 lid 2 BW van de tussen hen gesloten huurovereenkomst:
3 — Duur, verlenging en opzegging
4.
Na ommekomst van de in artikel 3.2 genoemde periode eindigt deze
overeenkomst van rechtswege zonder dat opzegging door één der
partijen vereist is. Huurder kan na ommekomst van de in artikel 3.2
genoemde periode geen aanspraak maken op enige vorm van huur, -
termijn- of ontruimingsbescherming. Huurder doet uitdrukkelijk
afstand van enig recht terzake. Huurder zal het gehuurde op de
einddatum ontruimd en leeg aan verhuurder opleveren, op de wijze
zoals bepaald in deze overeenkomst en de algemene bepalingen.
5.
Verhuurder heeft het recht de huurovereenkomst tussentijds te
beëindigen indien de door huurder in het gehuurde behaalde
jaaromzet in enig kalenderjaar, behoudens het eerste kalenderjaar,
onvoldoende is. De omzet wordt als onvoldoende aangemerkt indien
de totale huurlasten van huurder meer dan 35% van de in het gehuurde
behaalde jaaromzet belopen. Opzegging geschiedt met inachtneming
van een opzegtermijn van 3 maanden en conform het bepaalde in de
standaard huurovereenkomst.
7.
In aanvulling op en in afwijking van artikel 7:296 BW komen partijen
overeen dat verhuurder deze overeenkomst tussentijds door opzegging kan doen beëindigen, onder de voorwaarden als bedoeld in dit artikel:
a) Opzegging ingevolge dit artikel is mogelijk indien de jaaromzet
van huurder als behaald in het gehuurde in enig kalenderjaar
gedurende de looptijd van deze overeenkomst onvoldoende is,
zulks met uitzondering van het eerste kalenderjaar na de
ingangsdatum van deze overeenkomst.
b) Partijen komen overeen dat de jaaromzet als onvoldoende
wordt aangemerkt indien in enig kalenderjaar de totale
huurlasten van huurder meer dan 35% van de jaaromzet van
huurder als behaald in het gehuurde belopen. Onder totale
huurlasten wordt verstaan de optelsom van de definitieve
huurprijs over het betreffende kalenderjaar, vermeerderd met
de kosten voor leveringen en diensten en de promotiebijdrage
over dat jaar.
c) Opzegging kan plaatsvinden binnen twee maanden na
ontvangst door verhuurder van het overzicht van de werkelijk
gerealiseerde omzet van huurder, als bedoeld in artikel 32 van
deze overeenkomst. Opzegging geschiedt door aangetekende
brief of deurwaardersexploot, met inachtneming van een
opzegtermijn van drie maanden, onder verwijzing naar dit
artikel.
d) Indien de opgave door huurder van de werkelijk gerealiseerde
omzet over enig kalenderjaar na controle onjuist blijkt te zijn
geweest, en de juiste opgave de verhuurder de mogelijkheid
zouden hebben geboden deze overeenkomst overeenkomstig dit
artikel op te zeggen, dan heeft verhuurder het recht alsnog op te
zeggen binnen twee maanden na constatering van de
onjuistheid van de opgave. Opzegging geschiedt op de wijze als
aangegeven in dit artikel.
e) De huurovereenkomst zal door de opzegging als bedoeld in dit
artikel eindigen zonder dat rechterlijke tussenkomst zal zijn
vereist. Huurder kan in geval van opzegging ingevolge dit artikel
geen aanspraak maken op enige vorm van huur- termijn- of
ontruimingsbescherming. Huurder zal het gehuurde op de
einddatum ontruimd en leeg aan verhuurder opleveren, op de
wijze als bepaald in deze overeenkomst en de algemene
bepalingen.
Artikel 4 — Huurprijs, omzetbelasting, servicekosten, huurprijsaanpassing,
betalingsverplichting, betaalperiode
20. Partijen onderkennen het bijzondere karakter van de in deze
overeenkomst overeengekomen huurprijsvaststelling en verklaren
gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst vast te willen
houden aan het overeengekomen systeem van een vaste huurprijs dan
wel een omzetgerelateerde huurprijs. Partijen komen derhalve
overeen dat het gedurende de looptijd van deze overeenkomst noch
verhuurder noch huurder vrij staat een huurprijsherzieningsprocedure
ex artikel 7:303 BW en/of artikel 18.2 en 18.3 van de algemene
bepalingen te entameren. Partijen doen uitdrukkelijk afstand van hun
rechten ter zake.
21. Ieder der partijen kan na ommekomst van de eerste huurperiode als
bedoeld in artikel 3.1, indien de huurovereenkomst ex artikel 3.2 wordt
verlengd, een huurprijsherziening als bedoeld in deze overeenkomst
verlangen van de huurprijs. De huurprijs zal opnieuw worden
vastgesteld overeenkomstig artikel 4.10 en met inachtneming van het
overige bepaalde in dit artikel.
22. De wijze van berekening van de definitieve huurprijs en de
omzetgerelateerde huurprijs (waaronder begrepen het in artikel 4.3
genoemde percentage) komen niet voor herziening in aanmerking en
blijven ongeacht een herziening van de vaste huurprijs van toepassing
gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst. De conform
deze overeenkomst nader vast te stellen vaste huurprijs zal steeds als
minimumhuurprijs blijven gelden.
23. Beide partijen kunnen verlangen dat de huurprijs als bedoeld in artikel