Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
, in overleg met [naam 3] , op grond van de financiële positie van de vennootschap alsmede de vraag en het aanbod.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert eiser, een voormalig lid van een golfclub, de terugbetaling van een participatiebedrag van € 2.500,00 dat hij heeft betaald voor het lidmaatschap en het recht om gebruik te maken van de golfbaan. Eiser stelt dat de participatie feitelijk een lening is die opeisbaar is bij opzegging van het lidmaatschap. De golfclub, gedaagde, voert aan dat de participatie geen lening is, maar een betaling voor het lidmaatschap en dat zij niet verplicht is om de participatie terug te betalen, vooral omdat er geen nieuwe leden zijn die de participatie kunnen overnemen. De kantonrechter oordeelt dat de bepaling in de algemene voorwaarden van de golfclub, die stelt dat de club niet verplicht is om participaties in te kopen, niet onredelijk bezwarend is. De rechter weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat eiser rekening had moeten houden met de voorwaarden van het Participatiereglement, dat hem bekend was. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.